De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1
(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
2.Naar haar bezit te streven,
Zij steeds mijn lust op aard;
Geen schat is op te wegen
Bij 't heil dat zij ons baart.
Waar zij in 't hart raag wonen,
Daar heerscht tevredenheid,
Daar zien w' ons reeds op aarde
Het zaligst lot bereid.
v. d. S.
|
|