grijpen, hoe die anderen leven, zoals zij het doen, enkel conventioneel of zinlijk en zo. Hier zeggen ze ‘jeder muss nach seiner Façon selig werden’ en dit lijkt me nog zo kwaad niet uitgedrukt.
Voor zover ik thans over mijn eigen geval oordelen kan, lijkt mijn vroegere leven volmaakt uitgebloeid. Zo zelfs, dat wanneer ik soms nog wel naar mijn meer vertrouwd leven daarginds terugverlang, ik tevens de ervaring opdoe, hoe voor mij de vroegere intimiteit er toch voorgoed uit verdwenen is. Hoe vreemd het moge klinken, maar in die oude omgeving terugkerend, zou ik de dingen, zoals ik ze thans hier zie, - die straten in hun algemeenheid van verkeerswegen, bomen, die ergens wuiven, een water, dat zich klaar tegen de open hemel spiegelt - mede terug brengen. Vandaar - en dat wou ik je eigenlijk hoofdzakelijk melden - dat ik van een verlof naar patria voorlopig maar heb afgezien.
Nieuws is er voor het overige niet. In mijn omgang met de mensen hier zijn er nergens meer wrijvingspunten overgebleven. Dit is natuurlijk een belangrijk iets. Buiten het kantoor, heb ik een paar kennissen, met wie ik, desgewenst, mijn avondmaal nemen kan. Ook dat is veel waard. Maar gewoonlijk blijf ik 's avonds nog alleen. In het kantoor is het veel drukker geworden, zodat me niet veel meer dan die avonduren overblijven. Eigenaardig - ik schreef het je hierboven - na die razende momenten van het kamer zoeken, heb ik als het ware het gevoel voor verloop van tijd verloren. Een volstrekte rust, waartoe niet weinig bijdraagt, dat mijn lichaam daaraan willig deelneemt.
Alles bij alles een toestand, zoals ik mij die sinds lang gewenst heb, ware het niet dat ik er, nu het eenmaal zo ver is, wel wat te veel als een vreemde tegenover sta. Maar mijn blaadje is vol. Eén ding nog. Soms heb ik de ingeving, hoe ook buiten (doorgestreept: door) onze correspondentie onze bedenkwijzen ritmisch verbonden zijn. Iets dergelijks. Houd je maar goed!