tegenwoordig nog alleen maar zoek is een, zij het voor een vierde deel menswaardig bestaan, maar wanneer me dat zowel van buiten als naar binnen onthouden wordt, dan wil ik niet verder. Versta je me wel? Dan verdom ik het langer, zoals een paard voor een wagen het op zijn tijd verdomt. Van buiten zijn het nog enkel loodrechte wanden waar ik met de kop doorheen zou moeten. Is het mijn schuld wellicht, wanneer er in het kantoor zo goed als niet gestookt wordt, zodat bij het betreden der armzalige vlieringhokken de ganse dag reeds tot een flard verschrompelt. Mr. J. met zijn jas aan, te angstig om aanmerkingen te maken, de doctorandus hoestend en vloekend. De nieuwe heerschappen, wie de huur van het krot te hoog is, sparen het op de kale uit en zijn daarbij niet op hun mondje gevallen. Overigens geld in overvloed. Weet je wat spiezen zijn? Ja? Nou dan, spiezen zijn filisters, en zoals werkelijk goede mensen door standsverschil nooit verliezen kunnen, zo zullen spiezen daardoor nooit omhoog komen. Maar ik ben bezig op anderen te schelden. Op anderen, terwijl tot minder dan mezelf geen sterveling gaan kan. Geestelijk te zondigen, verachtelijker is het dan de smerigste praktijk. Maar die vurige blikken, dat zich in postuur brengen zodra er wat vrouwelijks in de buurt komt, het zal wel iets voor het ganse leven blijven. Ja, ik zou wel eens willen weten, wat de anderen zoal van me denken. Niemand wellicht, die zich erover verwonderen zou, wanneer ik een goede dag met de stille trom verdwenen was. Mijn moeder! In mijn diepste innerlijk, heb ik het contact met haar verloren. Ik durf bijna voor haar niet meer eerlijk te zijn. Ik mag het niet, omdat ik de leugen dezer eerlijkheid te zeer besef. Maar toch is zij niet onwetend. Vooral de laatste tijd getuigen haar liefdevolle briefjes van bezorgdheid over mij. Zij verwacht de grote verbetering van een fatsoenlijk meisje. Waarom ook niet?
Tot besluit een nieuwtje. Een arme vrouw, een krantenverkoopster, is met haar wagentje op weg naar huis door een auto doodgereden. Uit hoofde van haar relatie tot de krant, werd het voorval gedrukt, want van zulke kleinigheden gebeuren er hier te veel, om ze alle nog eens extra te vermelden. De vrouw woonde in mijn buurt, ik kende haar van aanzien en