om zich niet te stoten aan eigen bekrompenheid! Ik bedoel maar: zoals wij er geen reserve-hart bij gekregen hebben, zo dien ik er mij wel bij neer te leggen dat ook aan ons denken zekere grenzen zijn gesteld. Het is natuurlijk geen prettige ervaring, juist wanneer je op het punt meent te staan die zelfkant van het denken te doorbreken, tegelijk een gevoel te krijgen, alsof je bezig bent in de huwelijksnacht door het bed te zakken....’
Daniël lachte en de archivaris, die een huwelijksnacht toch eigenlijk slechts van horen zeggen diende te kennen, lachte van harte mee.
‘In dit verband heeft Spinoza ergens gezegd - of is het Napoleon geweest? - dat niets de moeite om te overdenken minder loont dan de dood. Op de vraag, hoe je het best met de dood familjaar kan worden, zou van die kant hoogstwaarschijnlijk geantwoord zijn, dat je de doodsgedachte helemaal niet moest hebben.’
‘Helemaal niet hebben!’ - riep Daniël ongelovig uit. - ‘De doodsgedachte niet?’
Neen, zo gemakkelijk liet hij zich zijn beste troeven voor het eindspel dan toch nog niet uit handen slaan.
‘Nu ja’, zeide de archivaris glimlachend, ‘dat de doodsgedachte levenskrachtiger blijkt te zijn en hoger in aanzien staat dan zelfs het Geloof,