jongere had, na bedenkelijke manipulaties de wijk overzee genomen. Moest daar nog ergens leven.
Hij zelf scheen van den vader, behalve geld, een deel van diens bezadigdheid geërfd te hebben. Onstuimige papiertjes werden tegen bourgeois-effecten, een bij vlagen nog door onbetamelijkheid der zinnen verontrust leven tegen de tucht van een voorbeeldig huwelijk ingewisseld.
Van toen af kon een bestaan, zonder arbeid en toch zonder materieele zorgen, aan uiterlijkheid en oppervlakkige relaties overvol, beginnen. En al ontkwam de verhouding tusschen beide echtgenooten tenslotte evenmin aan deze oppervlakkigheid. Hoe ongerept daarin de tijd verging! En thans? In de taveerne kon hij de Friesche klok naast het buffet hooren tikken. Hier was de kar, na wat horten en stooten, ten slotte toch nog in het zand vastgeloopen. En zelfs, wanneer hij zich moeite gaf den weg weer vrij te krijgen, daartoe de kracht had, wat wachtte hem dan? Pour les gens sans Ie sou, seul le pire arrive.
Een vluchtig oogenblik van moed voor die laatste nieuwsgierigheid echter, en misschien, wellicht, dat hij zich daardoor nog bijtijds aan de gevolgen der catastrophe onttrok.
Hoe vreemd, hoe boven alles bevreemdend. Hier rustig en in volle ernst bezig te wezen, zich met de mogelijkheid vertrouwd te maken... Straks... Op die mansarde alleen... Door eigen toedoen...
Steeds weer dezelfde gedachte. Die, als laatste, de overhand nemend, trachtte de rest van het denken te doen verstommen. De rest, waarvoor het nog verre en lang van zeker was, of je - ook na een wel aangelegd schot - toch weer niet op dezelfde plek, met het wapen opnieuw be-