| |
Den xxxij. Psalm.
1 EEn onderwijs dat David heeft gegeven:
Waar in het Heyl word na zijn aard beschreven,
Dat, in genaad', en zond-vergiffenis,
By God bestaand', in God gegrondvest is:
O zalig Hy! o zalig hy te noemen,
Dien niet de mond des Heeren wil verdoemen;
Maar dien Hy het bedreven quaad vergeeft,
En dekt het geen hy overtreden heeft.
2 Gelukkig is die mensch, in stand uytstekend',
| |
| |
God geen quaad ten quade toe en rekent:
Nu zeg wat is de reden? Dat zijn geest
Van geen bedrog bemachtigt is geweest:
Ach! toen ik zweeg, en wouw mijn zonden helen,
Moest al den dag mijn brullen my vervelen;
'k Gevoelde dat my 't quaad, en wist niet hoe,
Mijn vleesch doorbeet, tot in mijn beend'ren toe.
3 Straf was uw' hand en drukte my te zwaarlijk;
Dat nacht, en dag, mijn qualen, zo gevaarlijk,
Mijns levenszap verteerden, als de gloed
Der Zon het vocht by zomerdroogte doet:
Toen heb ik, Heer, mijn zonden U beleden;
'k Bedekte niet mijn ongerechtigheden;
Ik steld' U naakt mijn overtreding voor:
Des gaaft Gy my vergeving, en gehoor.
| |
Pause.
4 Laat elk den Heer, in heylige gedachten,
In vindens tijd, aanbiddend' op Hem wachten;
En geene vloed van waat'ren, geene nood,
Word zulken Man t'ondraach'lijk, of te groot:
Gy zijt my mijn verberging, in die tijden;
Gy zult my, Heer, uyt allen angst bevryden,
En vrolijk my doen treden, in 't bevang
Der reyen, met een vreugd'- en zege-zang.
5 Gelustet u na goed bericht te leven,
Ik sal u raad, en onderwijzing, geven;
Mijn toeverzicht, en ooge, zal voortaan,
| |
| |
Tot uw' behoud op uwe wegen gaan:
Zijt leerzaam, en geboogzaam, van gemoede:
Weest niet gelijk een Paard, dat in zijn woede
Schopt, bijt, en briescht; of als 't Muyl-ezel-dier,
Die toom en bit behoeven tot bestier.
6 Zoo ook dien Mensch, die godloos is van herten,
Gemoeten veel weerwaardigheen, en smerten;
Maar die zijn hoop stil op den Heere leyt,
Dien overdekt zijn goedertierenheyd:
Verblijd u in den Heere, gy zijn Knechten,
Verheug u, gy rechtvaardig' en oprechten,
Zijt vrolijk met gejuych, en vreugde-zang:
Uw' welstand duurt uw' gantsche leven lang.
|
|