drijft in compromissen, gesjacher en een heel systeem van geven en nemen, dat mij tegen de borst stuit. Neen; het Herdentier kan mij niet bekoren. Dat wroet maar en vreet elkander aan, dat liegt, intrigeert, konkelt en ondermijnt. De ‘menschheid’, als je nu beslist dat woord gebruiken wilt, is een gepersonifieerde domheid; de massa leeft met leuzen, ficties en abstracties, die altijd dezelfde zijn en altijd weer opgeld doen. Er zijn zoo weinig groote gevoelens en groote gedachten onder al die mollen; slechts in enkele individuën is het leven naar boven geschoten, zijn de bloemen vol en kleurig ontbloeid.
Maar onder die menschen, onder die uitverkorenen zijn er toch verschillende geweest die de menschheid hebben liefgehad, die hun leven hebben gelaten voor een of ander menschelijk ideaal, voor de gemeenschap, voor...
Zeker, dat is niet te ontkennen; zulke strijders hebben bressen geschoten, vooroordeelen vernietigd, misstanden uit den weg geruimd... maar nog steeds schieten de zwammen van domheid en lafheid welig omhoog en nog steeds is de massa dom en onmondig.
Maar is het eenvoudige gevoel van mensch tot mensch jou vreemd, is er geen enkele band die jou aan de menschen bindt?
Natuurlijk wel, anders zou ieder maatschappelijk verkeer onmogelijk zijn, maar in laatste instantie interesseeren mij slechts zeer enkele menschen...
Is ieder ‘algemeen’ gevoel dan bij jou afwezig?
Neen; er zijn gebeurtenissen in het menschenleven die