Dan kunnen we mekaar nooit verliezen. En als jij dan boven bent, dan kom ik er ook wel.’
‘Ja, ja, Muk, en als jij naar beneden valt, dan kom ik er ook wel. Maar 't is toch prachtig gevonden. Heeft Poerla geen touw in de ransel gedaan? 'ns Gauw kijken.’
En ja, daar kwam 'n stevig touw voor den dag.
‘Ik meende wel, dat Poerla had gezegd, dat touwen ook bij de uitrusting hoorden. Echte bergbeklimmers binden zich ook allen aan 'n touw vast als ze gevaarlijke toeren moeten uithalen. Dan gaat gewoonlijk 'n gids voorop. Maar we zullen het zonder gids doen Muk, maar toch ook met 'n touw.’
Ze bonden zich stevig vast, en Puk ging voorop. Toen hij bijna boven was, gleed Muk z'n voet uit, en daar had je 't: Ze vielen alle twee naar beneden. Puk boven op Muk. Die Puk viel dus nogal zacht. En met Muk viel het ook nogal mee. Dat was te danken aan de ransel. Het enige ongeluk was, dat de fles brak, de fles met rum. Veel was er niet meer in, maar dat weinigje hadden ze nog goed kunnen gebruiken.
Ze gooiden de scherven weg, en zouden met de beklimming opnieuw beginnen.
De tweede keer brachten ze 't er beter af. Ze kwamen heelhuids boven.
Nu hadden ze 't 'n hele tijd gemakkelijk. Ze waren op 'n vlakte. Dat marcheerde pas echt goed. Sneeuw was er bijna geen meer te zien, de grond was begroeid met gras.
‘Als we zo 'ns konden doorlopen Puk!’
‘Daar zouden we niet veel mee opschieten Muk. We blijven hier steeds even hoog. We moeten naar beneden.’
Nog wel 'n half uur bleven ze op de vlakte. Ze moesten 'n goed wegje zoeken naar omlaag.