Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten
(1996)–Paul van Ostaijen– Auteursrechtelijk beschermd(Verzameld werk deel 1 + 2)
[pagina 131]
| |
Stadaant.Rond de telegraafpaal saamgetrokken, plast de zon op het kleine
plein
een ronde bouwrdoosvijver van licht.
Rondom liggen de bars, in de namiddag te rusten:
van 't spel vermoeide kinderen, langs stille zeeëkusten.
Maar de gulden letters ‘Cosmopolite’ schitteren
en de terras van het koffiehuis beeldt
midden de onbewuste rustweelde
van het plein, een potsierlik snellevende draaikolk;
de nog slaapdronken meiden baden zich, naïef van d'r geluk
overtuigd,
zo dom, als een zeiler die midden zee, wegens windstilte liggen blijft.
Over het marmer rollen de dobbelstenen of op het groen tapijt van
de speelbak:
kleine kleuters eerst over een steenweg hollend,
dan verstikte stappen in het stomme stof.
Maar de biljartballen beantwoorden met klem:
gemakkelik cinisme en snuggere bonhomie,
terwijl heel, heel stilletjes het water zijpelt door het suiker van een
oxygénée.
Maar te midden dezer lichte stilte, gaat in de lucht:
onrijpe kersen die trillen in de zon,
het bevende snikken van een orkestrion,
die alles zó uitdrukt, blijdschap of leed,
omdat hij van huize uit niet beter weet.
Hij zegt het alles en altijd op dezelfde toon,
overtuigd evenwel dat 't publiek hem fataal begrijpt;
zo komt het dan ook dat hij steeds met evenveel à-propos
en op dezelfde wijze, de dingen van lief en leed vertelt.
Daarom beven nu zijn klanken,
gebroken zangen,
in de zon,
| |
[pagina 132]
| |
onbeduidend broos tans, - de windstilte niet breken, -
zonder oorsprong of doel; enkel de broze klanken van het
orkestrion.
22 augustus 1917 |
|