Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten
(1996)–Paul van Ostaijen– Auteursrechtelijk beschermd(Verzameld werk deel 1 + 2)
[pagina 108]
| |
Vincent van Gogh1aant.Profeet van Paturâges en zuiderzonminnaar,
maar meer dan dit: diepbewogen dichter
die de zware dingen van buiten licht schiep,
herschiep als de kompleet blauwe lucht, -
herder die het onvruchtbre gebeuren
van buiten, naar het grote centrum dreef, de oasis, de keure
van frisheid... In ons zelve hebben wij de Jordaan;
allen die nog Godsvreemd en belâan
met de erfzonde zijn, -
de dubbele machteloosheid van het naar buiten kijken
en de loutering, dit is de permanente zege in ons:
patos en tragiek,
dit het innerlike, daarom het heilige ‘veni, vidi, vici’, -
al die machteloze vreemdelingen van buiten,
al de gebeurtenissen
zullen wij tot godskinderen verfrissen
door het heiligmakende water van onze Jordaan.
Kunst is de alles overstelpende liefde
en de alomvattende.
Als de zoon van Tobias die ter genezing van zijn vader
uittoog naar een ver land, en daar de vis
haalde met de kieuwen uit het water:
de ogen van zijn vader het licht schonk.
Kunst is de liefde in elke daad.
Kwintessens. En het volledig liefde zijn.
En dit is liefde als Vincent deed:
de talenten die hij kreeg, tot de waanzin, tot het leed
dat vreugde wordt, levend maken.
| |
[pagina 109]
| |
Niet het te zijn of niet te zijn is de levensopgaaf,
maar het misterie van het zijn vult alles.
Het eigen zijn. Dat over alles te leggen.
Wordt eigen zijn van de omgeving.
Alles te vervormen, te martelen, te doden
tot schoonheid.
Je zelf dood rekenen voor de wet, om de wet van je zelf te verbreden.
Abstraksie van je zelf, want deze kosmiese liefde vult gans je zelf:
Bron van den aardbal.
Vincent. Zo is hij.
Hij is niets en hij is alles.
Als de priester: meester en dienaar.
En de wijn die eenvoudig perelt in de kelk
is plots onder de adem van liefde, bloed geworden.
Levende drank.
|
|