Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten
(1996)–Paul van Ostaijen– Auteursrechtelijk beschermd(Verzameld werk deel 1 + 2)
[pagina 45]
| |
3aant.De morgenmis wordt aangekondigd door het klamme kleppen van
de klokken
Weifelend, twijfelend, scheurend door het mistgordijn.
Mensen, stom en slemperslaaprig, het hoofd in 't koude kleed
getrokken,
Dreumesdrommend, naar de kale kerk vertrokken zijn.
Hier ook is niet meer om Maria's eenvoudig beeld
Een Lente kaarsenblanke, bloesembonte weeld'.
Ook hier is alles door geel en groen geluk verlaten,
Kristus gaat gebogen onder zijn Herfstkruis, lijdend en gelaten.
Schamel en schuchter zijn de mensen, ter kerk, saamgedromd;
Hun zomerblijheid, blakende geloof, lijkt wel verstomd;
Enkel dof geprevel vult de kale kerk.
Afgemat zijn de mensen, reeds vóór 't beginnen van 't dagelikse
werk.
En elkeen komt buiten gelijk hij binnen ging,
Zonder dat zijn gelaat verraadt welk een verlichting
De dagelikse bede hem schonk; - want toch 't gebed is goed, -
Enkel doodt nu de kilte de laatste levensgloed.
Zó gaat d'akkerman onzeker, in een grijze band
En voert de ploeg door 't kleiig land;
Ik weet, in mijn herinnering, hoe hij in de Zomer ging,
Zijn tuig blonk blank in ruime zonnekring.
| |
[pagina 46]
| |
25 november 1915Dit vers kan ik niet meer voltooien,
Wijl ik nu leef buiten de grijze mistplooien
Van Herfst en onzekerheid.
Door de Herfst is Grete
Getreden, zonnige tred,
En weer,
Een tweede keer,
Dragen de bomen bloesems.
|
|