Fons van de Maele
Verzekens voor ons volk, vierde bundel. Antwerpen, Standaard, z.j. (1926).
Deze Verzekens voor ons volk zijn zonder pretentie en dat is reeds dat gewonnen. Bovendien zijn zij vlot geschreven en vlot gerijmd. Of dit poëzie is en de schrijver daarvan een dichter, zoals Th. van Tichelen, de inleider, het hebben wil? Volkspoëzie? och kom, dat bestaat niet. En een poëzie waarvan de voorstelling niet vèr rijkt, is niet door een qualitatieve begrenzing, die dan nog wel slecht gekozen is, te verontschuldigen. En met Verzekens voor ons volk maakt men nog geen populaire poëzie. Ook hierin bestaat fabrikaat, goed fabrikaat zelfs, en anderzijds lyriek. Deze Verzekens nu zijn goede konfektie.