Jan Jans
Plastische verzen, z.p. (Brussel).
Je komt het al dadelik te weten: Jan Jans is een pseudoniem. Tegenover het ‘frank-titre’ staat een portret, dat blijkbaar dit van de gelukkige auteur moet zijn, en onderaan heb je de verklarende tekst: Jan Adriaensen. De auteur van Plastische verzen heet dus, moet je vermoeden, in de schrijverswereld Jan Jans en zonder uniform, Jan Adriaensen. Hij heeft er echter waarde op gelegd dat wij zijn dubbele identiteit zouden kennen.
Er is ook een inleiding van Jan Adriaensen voor het boek van Jan Jans. Zeer zeker een bescheiden inleiding, van een specifies vlaamse bescheidenheid zelfs. Jan Adriaensen schrijft: ‘Zijn deze gedichten verouderd? Hun maker des te meer; hij biedt ze zijn taalgenoten aan, als laatste groet - is te denken.’ Taalgenoten! die specialisering is grappig. Het lijkt wel alsof de nederlands-sprekenden, als gemeenschap genomen, zoiets zouden zijn als b.v. een vereniging voor de verbetering van de bijeteelt of een Quaker-gezelschap. Elders zijn er schrijvers voor de hoge, voor de kleine en voor de halve wereld; in Vlaanderen schrijft men... voor zijn taalgenoten. Al even biezonder een kuriosum dus als het eerste boek van een neger in Swahili. Merci.
Voor deze dichter blijft Van Droogenbroeck de schitterendste ster aan het hemelplafond van de vlaamse poëzie. Daarom, vind je hier alles wat bij de dichtkunst thuis hoort: rijm, stafrijm, allitteratie, contrarijm, enz. Ongeveer zoals je in de garderobe van een held uit Julius Caesar al de attributen van de krijger vindt. Maar de krijger is er niet. Bij deze gedichten staat ge verbaasd dat zoveel vaardigheid nog geen dichter maakt. De gewaden der Muze misschien, niet zij zelve is hier te vinden.