Verzameld werk. Deel 4: proza
(1979)–Paul van Ostaijen– Auteursrechtelijk beschermdBesprekingen en beschouwingen
[pagina 500]
| |
voor de hand dat het bestuur heelemaal niet meer genoodzaakt is, om de balans te maken, De meester der smeltovens of dergelijke op te voeren. Wij mogen dus verhopen deze stukken voor goed van de plakkaat te zien verdwijnen. De vertolking was zeer bevredigend, de bezetting bleef dezelfde als die van verleden jaar. Mevrouw Dilis gaf ons een goede Mevr. Alving, enkel ware, geloof ik, in het eerste bedrijf, een minder oppervlakkig spel zeer op prijs te stellen; in dit bedrijf werd Mevr. Alving's smart te veel door het angstig gebruik van een zakdoek veruiterlijkt. Zulks was echter in twee en drie het geval niet meer. Als Regina was Mevr. Bertrijn voortreffelijk. Met de uitbeelding van Oswald door den heer Bertrijn zal wel iedereen vrede hebben, alhoewel het natuurlijk van zelf spreekt dat er naast deze andere even gangbare te plaatsen zijn. M. Bertrijn was konsequent, een in deze rol vooral hoogstnoodzakelijke hoofdvereischte. Verwonderlijk was het M. Cauwenbergh (Dominee Manders) zoo onrolvast te treffen. Zulks berokkende de uitbeelding van een oppervlakkig logisch karakter als dat van Dominee Manders veel schade. Ook de heer Piet Janssens had wel meer dan toegelaten de hulp van den blazer noodig. Voorts speelde hij zijn rol erg voor de galerij. Hij overdreef de komiekerige noot, speelde niet in verhouding, niet stijlvol. In het tweede bedrijf stuitte zulks sterk tegen de borst. Na zijn dialoog met Dominee Manders knikte de heer P. Janssens als Engstrand het publiek eens flink lachend toe, om goed te kennen te geven dat hij den dominee om den tuin had geleid, hetgeen m.i. zoo toch reeds vrij duidelijk genoeg was. De regie was goed. De lichteffekten in het derde bedrijf werden nochtans door een over en weer schuivende schaduw gehinderd. |
|