De meester der smeltovens
Wij hebben, volgens goede traditie, den smedersbaas terug gezien, zonder groote vreugde nochtans. Het zou ons zelfs groot genoegen doen als het Antwerpsche publiek het eens zonder hem wou stellen. 't Schijnt echter niet mogelijk den Antwerpenaar zijn Vulcanustrouw te ontnemen. Waarschijnlijk is het publiek ook een vulkaan, met heel trage erupties echter; alvorens nieuwe lava ‘den meester der smeltovens’ zal bedolven hebben, zal er nog heel wat water door de zee loopen.
De vertooning van Zaterdag was niet gansch verzorgd, mogelijk omdat het stuk plots in vervanging van De hinderlaag moest opgevoerd worden. Ensemble ontbrak, dat vooral. Dit daargelaten, trokken de dames Dilis, Bertrijn, Noterman en de heeren Cauwenbergh, P. Janssens en Gorlé zich best uit den slag. De heer Ruysbroeck had een voor hem zeer ondankbare rol, gansch buiten zijn genre-spel. Mej. Janssens en de heer Van de Putte waren niet altijd even voornaam, dat mocht wel beter. Ook de kleedij van den heer Van de Putte in het eerste bedrijf mocht gerust wat verbeterd worden.
Ik hou op. Ik heb ‘den Meester’ reeds meer gegeven dan hem toekomt en in de Schrift staat geschreven, - en de schrift liegt nooit, zie verder Kleine menschen, - dat je Cesar enkel moet geven wat Cesar toekomt. Antwerpsche recensenten zijn echter niet wreed.