ken van den oorlog, en hebben dadelijk alle polemiek gestaakt; de Franskiljons echter, die in algemeenen zin verloopen Vlamingen zijn, hebben de moeilijkheden van het oogenblik uitgebaat om hun hatelijk werkje voort te zetten). Met dezelfde takt zetten zij hunne campagne tegen het Vlaamsch voort, dit wil zeggen achterduims. Er wordt ons een wapenstilstand gevraagd en wij verleenen hem, denkend dat de aanvragers zoo eerlijk zouden zijn als wij en ook de wapens neer zouden leggen. Het bedroeft ons dan ook te moeten bestatigen dat onze tegenstrevers zich zoo weinig eerlijk gedragen.
De meest belangrijke vragen onzer beweging hebben wij tot latere meer gepaste tijden verschoven, maar vermits wij nu aangevallen worden moeten wij ons nu ook verdedigen. De eischen van voor den oorlog kunnen wij eenigen tijd onbesproken laten, maar over het onrecht dat onze taal tijdens den oorlog wordt aangedaan, moet ook tijdens den oorlog uitleg gevraagd worden. Aangevallen, verdedigen wij ons. Let wel, wij staken het vuurtje niet aan, dit eens en vooral.
Inderdaad, wat gebeurt er in de fameuze Commissie, die zich gelast met het schatten van schade aan huizen? Welke reden gebruikte het bestuur of de jury om de experten die hunne bestatigingen in het Vlaamsch opstelden, af te schepen?
‘Het is mogelijk’, zeiden de achtenswaardige bestuurleden, ‘dat bij de terugkomst van ons Gouvernement, er maar naar onze bestatigingen zal gevraagd worden, dit om tot eene eventueele uitbetaling te kunnen overgaan. Welnu, het Ministerie kan vragen dat deze bestatigingen in het Fransch opgesteld worden, laat ons daarom van nu af als stelregel aannemen al de expertisen in het vervolg in het Fransch op te stellen, dan moeten wij geene vertaling meer maken.’
Hoe listigjes, hoe erg geslepen ook gezegd, is niets meer leugen, meer valsch dan deze drogreden. Wie komt er vertellen dat het Belgische Ministerie zou durven vragen dat de bestatigingen gedaan door eene Antwerpsche expertencommissie in het Fransch gesteld wezen? Wie is de held die deze argumentatie heeft gevonden? Nochtans dit is wel degelijk zoo gebeurd met het onvermijdelijk gevolg dat al de bestatigingen in het Fransch opgesteld werden. De menschen die geen Fransch kennen en die ook het ongeluk hebben gehad hun huis vernield te zien, bestaan voor deze Commissie niet. Maar, och ja, flamingantisme is tot na den oorlog uitgesteld. Toch zou ik wel eens willen vragen: is het franskiljonisme ook uitgesteld tot na den oorlog?
En wat gebeurt aan het Atheneum? Wie is het die, de toestand uitbuitend, tracht het Atheneum te verfranschen? Wie tracht er onze taal uit het Atheneum te verbannen? Hoe komt het dat bijna al de berichten, die uitgaan van het Kabinet des Prefekts, in het Fransch zijn opgesteld? Hoe komt het dat de berichten die in de klassen voorgelezen worden uitsluitend Fransch zijn? Zeg eens, heeren van het Atheneum, wie heeft daar schuld aan? Waarom van de toestanden gebruik maken en systematisch onze taal achteruit dringen, denkend dat de Vlamingen niet zullen durven antwoorden.
Wij, Vlamingen, hadden gehoopt in een eerlijken wapenstilstand, maar vermits wij ons nu aangevallen voelen, verdedigen wij ons ook.
Wanneer de Franschgezinden, nu terecht gewezen, van verdere onderduimsche kuiperij zullen afzien, dan zullen wij, van onzen kant, ook verdere polemiek staken.