Gedichten(1935)–Paul van Ostaijen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Wederzien Nu je, onverwacht, gekomen bent, voel ik me weer een zwak man en hoe ik m'ook overtuigen wil dat je liegt, ik kan het niet, en weer is het mijn hart dat mij bedriegt. Je hebt een zakdoek, die naar Eau de Cologne russe ruikt; nu ben ik niet meer overtuigd, ik wankel weer en kan geen woorden vinden; ik ben zó'n arme boeteling en laat me graag de handen binden door je heerlijke, oneerlijke lach. Vorige Volgende