Miavoye-Anthée (‘LeVallon’) 30-9-27.
Waarde Vriend,
Reeds een paar dagen ben ik u een antwoord schuldig op uw vriendelike brief, op uw hartelik gebaar. Dat ik te bed lag mag daarvoor een verontschuldiging zijn. Nu dan: een stevige handdruk daarvoor, beste vriend, dat uw aandacht mij in deze, zeker voor mij niet gemakkelike tijd, niet vergeet. Er is als kunstenaar over 't algemeen maar weinig vreugde te rapen in Vlaanderen en daarom doet zulke attentie dubbel goed. Hopelik kan ik het met geregelde bijdragen weer een beetje glad maken, glad maken langs de materiele kant, bedoel ik, want de morele steun van uw gebaar heb ik gehad, voor nu en altijd.
Met de beste groeten
Uw dwe.
Paul v. Ostaijen