Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.
(1677)–Christina van Os–
[pagina 138]
| |
Stem. Courante Simple.1.
O Hemel! wat een droeven dag,
De Aarde klage watse klagen mag,
Komt grote Zee verhaalt ons dog, hoe dat
De Christ'nen t' samen hebben slag hervat.
2.
De Schepen zeilen zijn gereet,
Elk een staat veerdig 't bloet wort dapper heet
Mijn herte krimpt, wanneer ik denk daar aan
Dat eens-gesinde 't so oneens aangaan.
3.
't Kanon dat dondert als verwoed,
't Vult Zé en schepen met veel Christen bloed
Veel duisend zielen zijd aan zijde ach!
Ja selfs de Helden vallen in den slach.
4.
Maar God staat op tot onser eer,
Segt tot ons harers flux en neemt u keer,
Sijn sterken arm drijft haar aan 't vlugten dra,
Hem kome eer daar voor, Halleluja.
5.
Juigt met my vrolijk kind'ren Gods,
Veegt af u tranen, dankt die sterke rots,
Die ons trekt uit het water ende vier,
En doet oprigten blijde ons banier.
6.
Die d' hoge herten onderdrukt,
Die ook de ned'rigen uit 't stof uitrukt,
Niet ons, niet ons ô Heer! 't is u genâ,
U zy de eer, ik sing' Halleluja.
7.
Die d'Helden 't strijden hebt geleert,
En dus ons klagen in een rey gekeert,
Zê-Ruyter, laat nu u trompetten gaan,
Tromp, laat u trommels tot sijn eere slaan
8.
Die d' opgezwollen zee maakt stil,
Die wind en schepen stiert na uwen wil,
Tot onsen dienst en best door u genâ,
U zy de eer daar van, Halleluja.
| |
[pagina 139]
| |
9.
G' hebt die ons quelden 't hert vertsaagt
En haar verstroit, ja verre weg gejaagt,
Wel magtig Konink, denkt wat is u magt
Als Godt maar tonen wil de minste kragt.
10.
Die heeft der Britten kroon gedrukt,
En weder die van Nederland ontdukt,
Hem zy de eere voor dees groot' genâ,
Komt singt dan vrolijk dog, Halleluja.
11.
Ik bid om vrede, Vrede-vorst,
Laat zee en schepen niet meer zijn bemorst
Met Christen morssel vleez en brein, ach! doet
U heil'ge ving'ren stempen 't Christen bloet.
12.
Laat eendragt zijn ter zee en land,
Bind d' herten t' samen met u liefde-band,
Weest dog versoent met ons in u genâ,
Amen, Halleluja, Halleluja.
|
|