De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825
(1998)–Jan Oosterholt– Auteursrechtelijk beschermdJan Oosterholt, De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825. Van Gorcum, Assen 1998
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825 van Jan Oosterholt uit 1998.
redactionele ingrepen
p. 16, 34-37, 80-83, 11-113, 140-142, 178-182, 196: de eindnoten zijn in deze digitale versie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, VIII, *2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
De ware dichter
[pagina III]
Jan Oosterholt
De ware dichter De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825
1998
VAN GORCUM
[pagina IV]
© 1998 Van Gorcum & Comp. B.V., Postbus 43, 9400 AA Assen
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j0 het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
ISBN 90 232 3391 3
Dit onderzoek werd gesteund door de Stichting voor Literatuur-, Muziek- en Theaterwetenschap (LMT), die wordt gesubsidieerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
De uitgave van het proefschrift is mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Grafische verzorging: Van Gorcum, Assen
[pagina V]
Inhoud
Woord vooraf | IX | |
Inleiding | 1 | |
1 | De authenticiteit van de ware dichter | 10 |
Inleiding | 10 | |
De traditie van de dichterlijke authenticiteit | 11 | |
De laat-achttiende-eeuwse authenticiteitscultus | 13 | |
Drie verschillende benaderingen van het gevoel van de dichter | 14 | |
Noten | 15 | |
2 | De teergevoelige dichter: een empiristische poëtica | 17 |
Inleiding | 17 | |
Een empiristische poëtica | 17 | |
Baumgartens zinnelijke kennis | 18 | |
Het gedicht als zinnelijke rede | 19 | |
Cornelius van Engelen: de dichter als leermeester | 20 | |
Hieronymus van Alphen | 21 | |
De teergevoelige dichter | 21 | |
Het vernuft van de dichter | 24 | |
De lierdichter en het gevoel | 25 | |
Het lierdicht en de authenticiteitscultus | 25 | |
Lyriekopvattingen van Van Alphen en Brender à Brandis | 26 | |
Rhijnvis Feith: de sentimentele dichter | 30 | |
Noten | 33 | |
3 | Het verzet tegen metafysische haarkloverij: een common sense-poëtica | 38 |
Inleiding | 38 | |
De stem van de traditie: poëzie als voedsel voor gevoel én verstand | 40 | |
Willem Emmery de Perponcher: polemieken met Van Alphen en Feit | 40 | |
Jan Macquet: een redelijk alternatief | 43 | |
Jacob van Dijk: de schrandere gedachte | 46 | |
Conclusie | 47 | |
Een anti-normatieve poëtica van het gezond verstand | 48 | |
Jan de Kruyff: de paradox in de Abraham van Hoogvliet | 49 |
[pagina VI]
Jeronimo de Bosch: de strijd tegen metafysische haarkloverij | 51 | ||
Conclusie | 53 | ||
De common sense-poëtica van de eerste vaderlandse literatuurhistorici | 53 | ||
Een anti-theoretische benadering | 54 | ||
Het schildertalent van de ware dichter | 55 | ||
Een retorische poëtica | 56 | ||
Het enthousiasme en het vernuft van de ware dichter | 57 | ||
Een historische toepassing van de authenticiteitsgedachte | 59 | ||
De authenticiteit van de vaderlandse dichters uit de zeventiende eeuw | 60 | ||
Oprechtheid als vaderlandse deugd | 61 | ||
De cultus van de eenvoud | 63 | ||
De (her-)waardering van de dichters van het bevallige | 65 | ||
Johannes Henricus van der Palm | 66 | ||
Van der Palm over David en de schrijver van Job | 66 | ||
De latere verhandelingen: een apologie van Anakreon | 68 | ||
De receptie van dichters van het tweede garnituur | 69 | ||
Het probleem van het dichterschap van Jacob Cats | 70 | ||
Jacobus Bellamy: de dichter der natuur | 72 | ||
De authenticiteit van de Duitse voor-romantische dichters | 75 | ||
Een terugkeer van het sentimentalisme? | 77 | ||
Poëticale restricties van het common sense-betoog | 78 | ||
Noten | 79 | ||
4 | Het gevoel als bron: een idealistische poëtica | 84 | |
Inleiding | 84 | ||
De ware dichter in de critische wijsgeerte | 86 | ||
Paulus van Hemert: het zinnebeeld van het oneindige | 86 | ||
Johannes Kinker | 88 | ||
De dichterlijke genie | 88 | ||
Het verweer tegen een anti-theoretische benadering van het dichten | 90 | ||
Gevoel en verbeelding in Kinkers genretheorie | 91 | ||
Spanningen tussen theorie en praktijk bij Kinker | 95 | ||
Willem Bilderdijk | 96 | ||
Het zelfgevoel van de dichter | 97 | ||
Het fulmineren tegen regel- en navolgingszucht | 99 | ||
Over geestdrift en dweperij | 100 | ||
Het juiste midden: een variant van de idealistische poëtica | 101 | ||
Job Augustus Bakker: het ideaal van de dichter | 102 | ||
Nicolaas Swart: het helder en schitterend licht van de poëzie | 105 | ||
Abraham Sieuwerts van Reesema: de ware oorspronkelijkheid | 106 | ||
Conclusie | 108 | ||
Noten | 110 | ||
5 | Over ware en valse wijsbegeerte: de kennis van de ware dichter | 114 | |
Inleiding | 114 | ||
De dichter als psycholoog | 116 | ||
De prijsvraag van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde | 116 |
[pagina VII]
Van Alphens pleidooi voor een wijsgerige benadering van de dichtkunst | 118 | ||
De dichter en de ware wijsbegeerte | 120 | ||
Intermezzo: de problematisering van het genre van het leerdicht | 124 | ||
De rijke voorraadschuur van de ware dichter | 125 | ||
Lublink en De Bosch: een schat van kennis | 125 | ||
De rijkdom der zaken in het werk van vaderlandse dichters uit het verleden | 127 | ||
De vormentaal van de ware dichter | 130 | ||
Bilderdijk en de kennis van de dichter: ontwikkeling en continuïteit | 131 | ||
Johannes Kinker: de dichter en het aanschouwend denken | 134 | ||
De dichter als de ware mysticus | 136 | ||
Conclusie | 138 | ||
Noten | 139 | ||
6 | Over de studie der Ouden: de ware dichter en de klassieken | 143 | |
Inleiding | 143 | ||
De primitivistische benadering van de klassieken | 149 | ||
Jeronimo de Bosch: het schildertalent van Homerus | 149 | ||
De erfenis van Jeronimo de Bosch | 150 | ||
David van Lennep: een cyclische cultuuropvatting | 151 | ||
Het optimisme van de vaderlandse literatuurhistorici | 153 | ||
De cultuurrelativerende benadering van de klassieken | 157 | ||
Hieronymus van Alphen: de bedorven smaak van de moderne dichter | 157 | ||
Rhijnvis Feith: de smaak van de natie | 158 | ||
De breuk met het verleden | 162 | ||
Paulus van Hemert: de afwijzing van een gouden eeuw | 162 | ||
Johannes Kinker: het allegorische en mystische | 163 | ||
Pieter Gabriel van Ghert: een pleidooi voor het romantische | 165 | ||
De ware dichter als volksdichter | 166 | ||
Nicolaas van Kampen: romantische stof in klassieke vormen | 167 | ||
Barthold Hendrik Lulofs: het romantische spel der verbeelding | 170 | ||
Abraham Sieuwerts van Reesema: de oorspronkelijkheid van de volksdichter | 171 | ||
Willem de Clercq: het eigenaardig genie der volken | 172 | ||
Conclusie | 175 | ||
Noten | 177 | ||
Epiloog | 183 | ||
Noten | 195 | ||
Bibliografie | 197 | ||
Namenregister | 218 |