Geloofs-liederen, dat is de Heidelbergsche ende Nederlantsche catechismus
(1666)–Volkerus van Oosterwyck– AuteursrechtvrijOp de Wijse van den 100. Psalm.
1
WY dancken u, dat ghy de Wacht,
In dees’ voorleden duyst’ren Nacht,
Ten platten Land’, en in de Stadt,
Voor ons soo trouw’lick hebt gehadt.
2
Heer, wilt ons allen, minst en meest,
Verstercken door u goeden Geest,
En geven dat w’ ons gansch beleyt
Besteden in gerechtigheyt.
3.
Geeft dat wy t’aller tijt verspien,
En met ons’ oogen omme-sien,
Hoe dat u eer mach zijn verspreyt,
En hier, en over al verbreyt.
4.
Verlicht het oogh van ons verstant,
En alle duysterheden bant,
Gelijck de naere duysternis
Verdwenen en verdreven is.
| |
[Folio D7v]
| |
5
Geeft dat wy leven, als’t betaemt
Dien, die Lichts-Kind’ren zijn genaemt,
Ons sonden deckt, en die vergeet,
Sy zijn ons Heer! van herten leet.
|
|