Geloofs-liederen, dat is de Heidelbergsche ende Nederlantsche catechismus
(1666)–Volkerus van Oosterwyck– AuteursrechtvrijGestelt op de selve Wijse.
1
WAnneer we van u Broot,
In onsen hongers noot
Versadight zijn, door ’t eeten;
Soo wilt ghy (Heere) niet
Dat wy, tot u verdriet,
U immermeer vergeten.
2.
Dies seggen wy u danck,
Voor uwe Spijs en Dranck,
Die ghy ons hebt gegeven;
Doch meest, dat ghy ons voet
Door Jesu Christi Bloet,
Tot d’Hoop van’t eeuwigh leven.
3.
Geeft dat ons Ziel en Hert,
Noyt in-gewortelt wert
| |
[Folio D7r]
| |
In dese Aertsche dingen,
Die niemant in den noot,
Of uyre van de Doodt
Geluck en Heyl toe-bringen.
4
Maer dat wy t’aller tijt
Met wackerheyt en vlijt
Den Saligmaker wachten,
Tot dat hy komen sal,
En hier, en over-al,
Met d’Eng’len zijner machten.
|
|