Geloofs-liederen, dat is de Heidelbergsche ende Nederlantsche catechismus
(1666)–Volkerus van Oosterwyck– AuteursrechtvrijOp de Wijse als vooren.
1
O Eeuwigh Licht! dat noyt verdwijnt,
En door de duysterheden schijnt,
Gy die der Sonden-Nacht verdrijft,
En altijt even wacker blijft,
2
Gy hebt de Nacht tot rust bereyt,
Gelijck den Dagh tot arrebeyt,
Soo geeft nu dan dat ick met lust
My nederlegge tot de rust.
3
En dat wy, als de Dageraet,
En Son gesien wort op de Straet,
(Met nieuwe krachten aen-gedaen)
Tot ons beroepingh mogen gaen.
4
En mits de dagh niet is gedaelt,
Of hebben hier of daer gedwaelt,
Soo deckt (gelijck de duyster doet)
Der Sonden-Nacht door Christi bloet.
5
Hout ghy (o goede Godt!) de wacht,
En slaet op onse Zielen acht,
Op dat geen onheyl ons en deer’,
Luyckt, en ontluyckt ons oogen weer.
|
|