Kamers, kunst en competitie(2001)–J.B. Oosterman, B.A.M. Ramakers– Auteursrechtelijk beschermdTeksten en documenten uit de rederijkerstijd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Lofdicht op retorica uit Mariken van Nieumeghen O retorica, waarachtige en lieflijke kunst, ik, die u boven alles plaats, moet klagen omdat men u haat en versmaadt. Dit doet veel leed aan wie u beminnen. Wee degene die u achteloos negeert, schande, zo'n houding, om te verachten! Maar al doet het allen veel verdriet en brengt het droefheid aan wie dit horen: door haters van kunst gaat de kunst verloren. Kunst maakt geliefd, zo luidt het gezegde, maar het lijkt mij een leugen en zeker niet waar. Ook al laat men een kundige vakman komen, dan nog heeft de onbenul het hoogste woord, hij weet niets van kunst maar vindt veel gehoor. De kunstenaar zal spoedig van armoede sterven en de stroopsmeerder heeft ondertussen succes. En steeds geldt, tot leed van sommige mensen: door haters van kunst gaat de kunst verloren. Foei, botte, lompe en simpele geesten die zich over kunst een oordeel aanmeten, ieder moet zuivere kunst beminnen en overal verdient zij de eerste plaats, want zij brengt voorspoed in vele landen. Een eerbetoon past hun die kunst bedrijven, en verguizing degene die kunst veracht. Daarom herhaal ik nog eenmaal de regel: door haters van kunst gaat de kunst verloren. [pagina 12] [p. 12] Als een prins wil ik me aan kunst wijden en zo goed als ik kan de kunsten leren. Niemand wordt immers als kunstenaar geboren. Maar het is alle kunstenaars een gruwel dat haters van kunst de kunst niet eren! Vorige Volgende