Als de zon boven Spanhoek staat, straalt zij ook boven het Kerkplein, maar op Spanhoek speelt de zon geen rol. Wél op het Kerkplein, waar in de ochtenduren luilakken en oudjes 'n bad van nemen, om daarna urenlange rust te genieten onder de brede schaduwen van manjabomen en statige koningspalmen.
De dood, die op iedere centimeter van Spanhoek loert op onvoorzichtige weggebruikers, wordt op het Kerkplein in slaap gesust en rust bij de gratie van de Hervormde Gemeente op de vele graven rond het achthoekig kerkgebouw uit 1835.
Het verkeer zelf is minder gehaast en jachtig op het Kerkplein.
En wie in onvoorzichtigheid het plein wil oprijden, wordt vermanend aangekeken door Simon Bolivar, die roerloos staat te oxideren op een veel te zwaar voetstuk. En daarom komt bijna alles tot stilstand voor het postkantoor, het oude postkantoor met zijn vierkante hokjes als van een duiventil op een der erven aan de Anniestraat.
Toch gaat er rust uit van dit postkantoor.
Het wachten voor de loketten brengt iets vredigs over de toeschouwer. Niet over de wachtenden zelf, die helemaal afhankelijk zijn van de arbeidsprestatie der klerken en adjunct commiezen. Zoals gepensionneerden, gebrekkigen en werkelozen geduldig verpozen op de banken rond het kerkgebouw, zo wacht het publiek ook voor de loketten geduldig, terwijl de dames worden toegesproken door de-man-met-de-bezem, die tegelijk wachter, schoonmaker, conferencier en postzegel-plakker is.
Er is op het kerkplein nog een persoonlijkheid die wacht. De grote musicus Helstone, die eerst wit gebeeldhouwd was, toen om het ras-sentiment weer zwart geschilderd werd, en nu, door de knaagtanden van de tijd, weer helder wit geworden is.
A moesdee dow nak' ing-hébi, zei een vrouwtje en passant.
Behalve de oudjes en nietsdoeners die de dagwacht vormen is er heel vaak ook een nachtwacht op het kerkplein. Deze nachtwacht bestaat uit een gezellig uiterst folkloristische groep vrouwen van middelbare leeftijd, die de zeven-