die daarbij hun ongeduld botvierden op het hekje vlak voor Roëls huis.
Toen bleek hoe eigenaardig Roël is.
De eerste dag al na die drukte, spijkerde hij langs het hekje een lange dunne lat, waartegenaan spijkers waren geslagen, die met de punt naar de straatkant wezen. En als er een kwam leunen of hangen...... ‘Shhèè......’ zei die dan, of, er bleef een winkelhaak achter in een broek of een rok.
Wie verwondert zich erover, dat een robuste kerel met één flinke trap het gehele bouwwerk van meneer Roël tegen de grond trapte?
Geen nood dacht Roël en de volgende dag stond het hekje weer overeind, maar nu zonder spijkerplankje. Hij had iets anders uitgedacht. Tegen de middag, wanneer het weer druk zou zijn, kwam hij met een potje verf en schilderde de bovenste lat van 't hek mooi rood. Donkerrood en glimmend zodat het opviel en niemand zomaar eraan zou leunen. Dat deden de mensen ook niet, want de een waarschuwde de ander nog bijtijds.
Roël had gezegevierd. Hij vertelde het aan zijn vrienden, die wel meesmuilden, maar naderhand hun afkeuring over uitspraken en meenden: ‘Ondanks zijn goede dingen is Roël toch een egoist.’
Maar, wij zeggen mét zijn verloofde: Een echte egoist is hij misschien niet, omdat de kenmerken niet duidelijk zijn: hebzucht, gierigheid, zelfzucht, baatzucht.
Maar wel iets anders. Nog eens zo'n voorbeeld. Weer een bus.
Roël stapte vlak voor een vrouw een landsbus in. De vrouw droeg over zich alle zichtbare tekenen van een toekomstig moederschap. Er was in de bus maar één zitplaats vrij. Toch vlijde Roël zich neer alsof hij thuis op de sofa plaatsnam. Eerst keek hij uit het raam. Geruime tijd. Toen hij echter naar rechts keek werd hem het uitzicht belet door een natuurlijke ronding onder een luchtig hangend positie jasje van percale. ......Desondanks bleef Roël zitten, tot hij zijn plaats van bestemming bereikte. De zwangere vrouw bleef staan......
Wat zou toch die Roël hebben?