‘Ge weet toch, dat ik niet anders vermag, Gebenedijde! Ge weet het, ge weet het! Gij kent 's menschen harte en zijn verborgenheden in alle stonden: Ik moet uw habijt afleggen, Marije... Ik heb gevast en gebeden, mijn lichaam heb ik gekastijd, doch al om niet! Deze liefde heeft mij ter aarde gestooten, heilige Vrouwe, en het is de wereld, welke ik dienen moet!’
Blind van tranen wrong zij de handen opwaarts tot het beeld. Haar heete fluisteringen lispelden na tot in de verste hoeken der kapel; zoet lachte het rondwangig Kindeke op der Moeder arm en borg Zijn handekens onder haar beschuttenden mantel. Beatrijs, de kosteresse, kroop naderbij en richtte haar wanhopige blikken op het onschuldig Kind.
‘Heer! Zoo waarachtig als Gij aan het kruis werd geslagen en tusschen twee slechtaards hingt! Zoo waarachtig als Gij Lazarus uit het graf hebt opgewekt, zoo moest Ge mijn misdaad vergeven, opdat ik niet sterve in deze mijn zware zonde!’
De echo van haar kreten nestelde zich als een geheimzinnigvertrouwelijk fluisteren in de ruimten boven haar hoofd: ‘deze mijn zware zonde!’
De Moeder behield haar subtielen glimlach en de kaarsen bij haar hoofd brandden met heldere vlam. Beatrijs zocht dat altijd milde gelaat en het was, alsof Maria, van innig begrijpen vervuld, deelde in haar blik.
‘Ach Moederke!’ stamelde zij met kinderlijken mond. ‘Dit is immers het eenige... het éénige!’
Zij richtte zich op en ontdeed zich van de keten met het zilveren kruis en den smallen gordel, waaraan de kloostersleutels hingen en legde deze aan Maria's voeten. De kaproen nam zij van het hoofd en bevrijd vielen de lange, blonde haren langs haar rug omneer. Met vaste handen maakte zij het habijt los en liet het van haar schouders glijden.
Zorgvuldig vouwde zij het grijze kleed en legde het naast keten en gordel op het blinkende voetstuk. Dan nam zij de schoenen van haar voeten. Barrevoets stond zij daar op het hoog-altaar en zag om naar de sleutels.
‘Ik wil tot het uiterste mijn ambacht vervullen,’ prevelde zij tot het beeld en tot den vreemden, stillen bundel op het voetstuk.