beheersing van de moderne technologie en wetenschap een vitale rol binnen de mogelijkheden van de beschikbare mankracht. Het is dus ook waar, dat de Surinaamse economie eveneens is blijven steunen op Nederland en de Verenigde Staten als voornaamste exploiteerders van onze natuurlijke hulpbronnen.
De sleutelsector van de Surinaamse economie is in handen van een Amerikaans bedrijf, Suralco, voor de bauxietwinning, en een Nederlands bedrijf, Billiton, voor de winning van aluinaarde en de produktie van aluminium. Van bijvoorbeeld de 859 miljoen, die we in 1982 aan exportopbrengsten hadden, was 660 miljoen afkomstig van de werkzaamheden van deze twee buitenlandse bedrijven in Suriname. De energie waarmee Suralco - een dochter dus van Alcoa in Pittsburg, Pennsylvania - produceert, is afkomstig van de stuwdam van het Brokopondoproject. Dit is een natuurlijke hulpbron, die aan Suriname behoort, maar het kapitaalgoed is niet van ons, omdat we indertijd het geld niet hadden en ook de technologie niet beheersten, en eigenlijk nog niet hebben. We moeten dus toegeven, dat we ons voorlopig nog in een afhankelijke positie bevinden.
Vanuit die afhankelijkheid moeten we dus zeggen, dat het economische gebeuren in Suriname de komende vijf jaren, misschien zelfs de komende tien jaren, voornamelijk zal worden bepaald door activiteiten van buitenlandse bedrijven. Suralco heeft bijvoorbeeld de beschikking over tweeënnegentig procent van de energie, die door het Brokopondostuwmeer wordt opgewekt. Involge het Brokopondo Verdrag van 1958 ontvangt Suriname maar acht procent van die energie. Het stuwmeer levert, wanneer ik me dit juist herinner, tussen de 950 en 1050 miljoen kilowatturen energie. Suriname ontvangt daarvan tachtig miljoen. De rest gaat dus naar Suralco voor het energieverslindende aluminium smeltproces.
Economische herstructurering is niet een zaak, die in enkele jaren tot resultaten drijft. Zeker niet, wanneer er nog zoveel politieke vraagstukken om oplossing vragen. Natuurlijk houdt ons deze economische afhankelijkheid van het buitenland bezig. Er was te weinig duidelijkheid ten aanzien van samenwerkingsverbanden, terwijl ook mijn persoonlijke leiderschap bij verschillende delen van de samenleving problemen opleverde. Zoals ik reeds uiteenzette, we beschikken in Suriname niet over een eenheidsbasis, zoals in menig ander land. Onderlinge verdeeldheid werkt politiek door ten aanzien van de nationale eenheid. Indonesië had aanvankelijk opstanden op Sumatra, en eigenlijk nog op de Molukken, die nu ook nog in Nederland doorspelen. Maar in Indonesië had