er binnen onze kring van adviseurs en raadslieden dikwijls over gedacht en gesproken. We hebben er ideeën over, maar die zijn vooralsnog niet praktisch uitvoerbaar. Er zijn natuurlijk een serie juridische argumenten voor herstel van de relatie met Nederland. Het allerbelangrijkste politieke argument is in ieder geval het argument van de souvereiniteit. Je kunt namelijk niet denken in termen van twee souvereine staten, waarbij één partij handelt op grond van het niet eens zijn met het handelen of de inrichting van de democratie van het andere onafhankelijke en souvereine land. Het gaat ook niet aan dat die ene partij, aan de hand van de eigen mening, zou concluderen, dat men daarom niet langer aan bestaande verdragsverplichtingen zou behoeven te voldoen. Dat is geen basis voor het onderhouden van betrekkingen tussen souvereine staten.
Met andere woorden, wanneer wij het in Suriname niet eens zouden zijn met de inrichting van de democratie in Nederland, en daar hebben we inderdaad onze kritiek op, dan zouden wij het recht hebben onze verplichtingen jegens Nederland eenzijdig te schrappen. Ik zie u verbaasd kijken, maar zo is het wèl. Wij vinden het in Suriname bijvoorbeeld een nogal vreemde zaak, dat men in Nederland het systeem van regeerakkoorden kent. Die akkoorden komen namelijk tot stand nadat de mensen op partijprogramma's hebben gestemd. Voor ons is dit een duidelijke vorm van politieke “belazerij”. Of wilt u zeggen, dat dit geen flagrante voor de gekhouderij zou zijn van de Nederlandse kiezer? Wij kunnen dit nu wel vinden, en dat doen we ook, maar als souvereine staat zullen wij nooit tegen Nederland zeggen, we zullen geen bauxiet meer zenden en er gaat geen aluinaarde meer naar Delfzijl, zolang jullie dit systeem niet wijzigen, dat mensen, die hebben gestemd op lijsttrekkers met partijprogramma's, nadien keihard confronteert met een regeerakkoord dat daar in vele opzichten scherp van afwijkt. We zeggen niet tegen Nederland dat we zolang dit systeem niet is gewijzigd - ook omdat wij dit een in de maling nemen van de democratische kiezer vinden - op grond van die situatie geen bauxiet meer zullen sturen.
We zeggen natuurlijk niet zoiets, niet omdat het de belangen van Suriname zou schenden, maar vooral ook omdat we vinden, dat we er noch moreel noch politiek het recht toe hebben. Wij erkennen en accepteren, dat Nederland als souvereine staat zelf zijn democratische inrichting moet bepalen. Het Nederlandse volk moet zelf maar met zijn leiders uitknobbelen, hoe het met de democratie wil omspringen en of het die situatie aanvaart.