voornamelijk ook door een verscherping van de relatie met Nederland. Dit hing samen met de hier ontwikkelde tactische conceptie, dat we naar nauwere banden met Brazilië moesten toewerken en - althans regionaal gezien - ons dienden in te dekken, zowel naar het Noorden als naar het Zuiden toe. Nederland is in 1983 naar Suriname's belangrijkste antipode toegegroeid. Den Haag heeft ons op een aantal manieren aangevallen.
Den Haag deed dit allereerst door een miskenning van onze souvereiniteit, in die zin dus, dat Nederland eenzijdig het cons-verdrag verbrak in strijd met de regels van het internationale recht. Want zelfs, indien je de diplomatieke betrekkingen verbreekt, heb je je nog aan bestaande verdragen te houden. Daar bestaan regels voor. Die zijn vastgelegd. En die lagen vast lang voordat de Surinaamse revolutie van start ging. Die regels zijn in alle internationale publikaties te vinden. Den Haag beschuldigt ons ervan geen rechtsstaat te zijn, maar Nederland rijdt zelf een scheve schaats op het gebied van het internationale recht door zich aldus op te stellen. Het Verdrag van Wenen bepaalt trouwens precies welke de opschortingsprocedures behoren te zijn, wanneer je verdragen opzegt. Nederland is ondertekenaar van het Verdrag van Wenen, maar Den Haag handelt dus volslagen in strijd met die bepalingen en de internationale rechtsorde.
Ten tweede heeft Nederland alle technici die in Suriname zaten, vrijwel onmiddellijk teruggetrokken. Dit waren dus specialisten, die in Suriname nodig waren, soms zelfs onmisbaar waren, die bijvoorbeeld aan ontwikkelingsprojecten werkten, of mensen, die aan ministeries waren verbonden. “Rücksichtslos” zijn ze allemaal teruggehaald. We zaten dus plotseling met één klap met een nijpend gebrek aan deskundigheid op een groot aantal posten. Dit aspect is weinig genoemd, maar voor Suriname was dit een zware tegenslag. Openbare Werken was bijvoorbeeld meteen al zeven of acht belangrijke technici kwijt. Op andere ministeries hetzelfde.
Het derde aspect van vijandigheid was dat Nederland zeer openlijk de zijde van Chin A Sen koos, die door ons al meer dan twee jaar is afgeschreven en een verraderlijke rol vis-à-vis zijn vaderland speelt. Nederland weet zelf maar al te goed, dat hij geen staatsman is, en geen politicus, en daardoor een handelbare marionet. Maar dit betekende wel - en dit is voor ons steeds een moeilijk verteerbare zaak geweest - dat Den Haag zonder meer publiekelijk partij had gekozen. En dus niet partij had gekozen voor het Surinaamse volk, maar voor een aan de leiband lopende dilettant.
In de vierde plaats zien we Nederland internationaal zijn