Luns-plan geen schijn van kans had een meerderheid te behalen. India diende zelf een resolutie in, waarbij bilaterale onderhandelingen zou moeten plaatsvinden onder toezicht van de Tunesier Mongi Slim, toen voorzitter van de Algemene Vergadering van de U.N.O. Soebandrio accepteerde het Indiase voorstel. Nederland zag er teveel bezwaren in, ook omdat zelfbeschikking voor de Papoea's niet voldoende werd gegarandeerd. Robert P. Martin schreef die dagen in het Amerikaanse weekblad ‘U.S. News and World Report’, ‘dat men er het beste aan zou doen iedere Papoea eerst te vangen en hem dan te vertellen hoe hij moest stemmen.......’
27 November trok de Nederlandse minister zijn plan dan ook maar weer in, zo onopvallend en geruisloos als maar mogelijk was. Luns telde immers toch al meer grootkruisen voor diensten het vaderland bewezen, dan bijvoorbeeld prins Bernhard.
Een door Nederland geinspireerde tegen resolutie van de groep van Afrikaanse Brazzaville-landen had evenmin enig succes, mede dank zij de verdienstelijke diplomatie van het Indonesische team onder leiding van de ministers Yamin en Soebandrio, geholpen door de ambassadeurs Sòekardjo en Zain.
Bovendien tippelde minister Luns in een zorgvuldig door de Indonesische diplomatie opgezette val. Via de voormalige Maleisische ambassadeur in Djakarta, een groot vriend van Zain, Rachman, vond een geheime ontmoeting plaats tussen de ministers Luns en Yamin. Ook onze minister scheen aangetast door de rondwarende epidemie van Aziatische konkelpartijen. Het gesprek lekte uit en in Den Haag ontstond nieuwe deining. ‘Ook Luns?’, zo vroeg men zich af.
Verder was die dagen Paul Rijkens volmaakt ‘toevallig’ op doorreis in New York. Hij zou zich op weg naar een Bilderberg conferentie ergens ter wereld hebben bevonden. Hij ontmoette minister Soebandrio en lichtte voorzichtig geworden onze permanent vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, Carl Schürmann, in. William Oatis van de Associated Press, met voortreffelijke contacten bij de Indonesiers, kwam er achter.
Dat Rijkens, na alle plechtig gedane beloften nu toch in het buitenland amateur-diplomatie was gaan bedrijven, verwekte thuis, in Nederland, de grootste opwïnding. Paul Rijkens liet dan ook kortelings hierop meedelen, dat hij de meeste van zijn internationale functies neerlegde, waaronder zijn zeer belangrijke