Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 14 maart 1973eis: een week voorwaardelijk: rechtszaak om telegraaf-foto, aldus De Telegraaf in een uitvoerige reportage op pagina drie over het proces tegen haar fotograaf dat gisteren in de Amsterdamse rechtbank werd gevoerd.Ga naar eindnoot1. In het stuk dook een vetgedrukte passage op, welke uiteindelijk mede aanleiding zou zijn tot het schrijven van dit boek op dit tijdstip. Er stond namelijk: ‘Oltmans was al jaren eerder, ten tijde van de kwestie Nieuw-Guinea, door onze bladen gesignaleerd als iemand, wiens handelingen in strijd moesten worden geacht met de Nederlandse belangen.’ Vijftien jaar lang was ik in De Telegraaf en haar dépendence het Nieuws van de Dag in miljoenen en miljoenen dagbladen, beroddeld en belasterd. Verdomd, de inkt van het vonnis was nog niet droog of het stond er weer. Ik ben toen in april begonnen deze reportage te schrijven. Nu werd het tijd de feiten op een rij te zetten. Daar kan dan tevens de commissie van onderzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken uit het parlement haar voordeel mee doen. De Volkskrant wijdde een lange beschouwing van haar juridische medewerker, mr. G.J. Wolffensperger aan het feit, dat het eigenlijk belachelijk was, dat fotograaf Zonneveld was veroordeeld, terwijl de klacht tegen Goeman Borgesius, de verantwoordelijke hoofdredacteur van De Telegraaf nog niet in behandeling was genomen.Ga naar eindnoot2. ‘Ik geloof dat het bijzonder jammer is, dat de officier van justitie in de eerste plaats een vervolging heeft ingesteld tegen Zonneveld persoonlijk. Daardoor heeft het hele geval nog meer het karakter gekregen van een persoonlijke ruzie tussen de heren Oltmans enerzijds en Hofland en Zonneveld anderzijds. En er was een alternatief: artikel 139 G van het wetboek van strafrecht stelt óok strafbaar degene die een foto, als bedoeld in het bovenaangehaalde artikel, openbaar maakt. De nu uitgesproken veroordeling houdt mijns inziens in dat ook De Telegraaf zich strafbaar heeft gedragen door de foto te publiceren. En dan begrijp ik niet waarom de officier, die kon kiezen tussen strafvervolging van degenen die het beleid bepalen waarin een dergelijke foto past, ofwel van iemand die alleen maar dat beleid uitvoert, voor het laatste heeft gekozen. Nu zal de officier niet staan te popelen om de verantwoordelijke personen bij een machtig dagblad te gaan vervolgen. Maar de veroordeling | |
[pagina 571]
| |
van Zonneveld lijkt me wel degelijk een waarschuwing in te houden, dat ook zijn werkgever moet oppassen om bepaalde grenzen niet te overschrijden.’ Aldus Mr. Wolffensperger in De Volkskrant. De Waarheid reageerde op deze Volkskrant-beschouwing met een artikel, het popelen van een officier, waarin de vraag werd gesteld waarom het de kvp-krant verbaasde, dat de officier van justitie eigenlijk aarzelde om ‘verantwoordelijke personen bij een machtig dagblad te gaan vervolgen.’Ga naar eindnoot3. Ik moet zeggen, dat ik in dit verband bij diens pensionering de afscheidsrede van de president van de Amsterdamse rechtbank, mr. U.W.H. StheemanGa naar eindnoot4. een merkwaardige verklaring vond. Hij zei ondermeer ernstig verontrust te zijn over de ‘verontreiniging van de rechtsfeer’, waaraan ‘een niet onbelangrijk deel van de pers zich steeds meer is schuldig gaan maken.’ De oud-president hoopte dat de rechterlijke macht in een tijd van mentale aftakeling de getrouwheid aan de wet zou weten staande te houden. ‘Nog meer verontrustend is het feit dat zo weinigen in de juridische wereld daartegen hun stem laten horen en dat de overheid die bedreiging van de rechtsstaat rustig, in ieder geval passief, blijft aanzien. Ik hoop dat onze leiders de wijsheid en de nodige moed zullen tonen die sfeer te zuiveren en zuiver te houden,’ aldus de heer Stheeman. Prima. Maar wat deed de Amsterdamse rechtbank in 1957, toen mr. J.C.S. Warendorf namens mij een klacht tegen De Telegraaf indiende wegens smaad en belediging? De officier van justitie noemde de stemming in Nederland ‘te anti-Indonesisch’ om De Telegraaf onder de gegeven omstandigheden te vervolgen! En wat deed de Amsterdamse rechtbank, toen De Telegraaf mij voor ‘Schaapherder van het Kremlin’ uitmaakte en mij met Sowjet-diplomaten tégen navo-chef Luns liet conspireren? Zij vervolgde de kleine man, de fotograaf in kwestie en durfde de verantwoordelijke hoofdredacteur niet aan te pakken. Had de heer Goeman Borgesius president Stheeman vertrouwelijk ingelicht dat De Telegraaf met de bvd had samengewerkt? Een informatie die journalist Hofland behalve mij ook aan de heren Spoor en Kuitenbouwer respectievelijk hoofdredacteur en juridisch medewerker van de nrc had doorgegeven? Alle records in lulligheid zou de Raad voor de journalistiek breken toen hij als antwoord op mijn klacht tegen de heren Zonneveld en Goeman Borgesius steldeGa naar eindnoot5. zoals ook eerder gemeld, dat aangezien de heren van De Telegraaf niet waren verschenen op de zitting van de Raad, dit college zich geen oordeel over het gepleegde vergrijp kon vormen. Dat is een daad van wanbeleid welke permanent op het conto van Enschede en de zijnen rust. Het type ‘rechter’ Enschede zal zich bij collega's Stheeman en Tonckens thuis voelen. Misschien ook wel bij Luns. God zal het weten. Maar met een uitspraak doen op basis van de statuten van de Raad voor de journalistiek, zoals dit ten tijde van de voorzitter Van Dullemen geschiedde, heeft Enschede's laffe flodder uiteraard weinig uitstaande. Enschede, en de hem die dag vergezellende journalisten, waaronder drs. J.M.M. van der Pluym, hoofdredacteur van De Volkskrant en drs. H. | |
[pagina 572]
| |
W.M. van Run, hoofdredacteur van De Tijd, zijn het levende bewijs waarom Luns en De Telegraaf al jaren lang nagenoeg ongestoord en ongecorrigeerd hun milieuvervuilende rol bij het verontreinigen van de waarheidssfeer in het lieve vaderland hebben kunnen doorspelen. |
|