Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 31 december 1972Bij het afscheid van het oude jaar liet onze trouwe Luns De Telegraaf, ondanks dat hij nu in Brussel woonde, niet in de steek. Hij zou zijn troonrede als te doen gebruikelijk tegenover H.F. van Loon uitspreken. Het werd bij wijze van afwisseling, bij een zich steeds nauwer om hem heen sluitende warwinkel en ring van beschuldigingen en bewijzen, de hoogste tijd de speech over een andere boeg te gooien. MR. L.M.A.H. LUNS: verbijsterd over gebrek aan kennis over geschiedkundige waarheid, luidde de kop in De Telegraaf dit jaar. Je moet het lef maar hebben! Luns: ‘Ik sta verbijsterd over het volstrekte gebrek aan kennis van zaken en kennis aan de geschiedkundige waarheid bij een deel van onze jeugd. Door een groot gedeelte van de pers - waarbij ik graag De Telegraaf wil uitzonderen - wordt er ook van alles aan gedaan die ultra-linkse ideeën te verbreiden. Deze beïnvloeding wordt heel deskundig en met grote middelen aangepakt.’ Van Loon: ‘Er ontbreekt ook wel het een en ander aan de mentaliteit in het Westen?’ Luns: ‘Ja, het kan niet worden ontkend, dat in delen van het Westen - Nederland niet uitgezonderd - de intelligentsia en het onderwijzend personeel, zowel leraren als professoren, voor een groot deel ultra-linkse ideeën hebben en die in de hoofden van de jeugd inprenten.’ | |
[pagina 569]
| |
Van Loon: ‘Hoe waarderen onze bondgenoten het militaire potentieel van Nederland?’ Luns: ‘Men is het er unaniem over eens, dat dat een aantal jaren geleden veel beter was dan nu. Toen was de tenue en de haardracht van de Nederlandse troepen nog behoorlijk, er was een goede discipline en er werden geen soldatenmonden geduld. Ik ben wat ouder dan u, maar ik denk dikwijls aan de tijd die voorafging aan de muiterij op “De Zeven Provinciën” als ik zekere verschijnselen in de Nederlandse weermacht waarneem...’ Tenslotte was de secretaris-generaal nog bereid de geschiedenis in te gaan met een uitermate profetische uitspraak betreffende de Amerikaanse politiek, waarbij de westelijke wereld zich mocht feliciteren, ‘dat president Nixon met zo'n massieve meerderheid is herkozen en niet McGovern, deze even naïeve als gevaarlijke man! In het afgelopen jaar is de Amerikaanse diplomatie onder leiding van Nixon zeer in beweging geweest: denkt u maar aan de bezoeken aan Peking en Moskou en aan het feit dat Nixon Zuid-Vietnam letterlijk voor de militaire nederlaag heeft behoed en daardoor nu de weg naar een eervolle vrede heeft vrijgemaakt. Ook is het gelukkig voor ons dat Henry Kissinger Nixon's belangrijkste politieke adviseur is in het Witte Huis. Ik ken hem nog uit de tijd dat hij professor was in Harvard en adviseur van president Kennedy. Hij is een hoogst-intelligente, hoogst-gecultiveerde, zeer bezadigde, zich constructief opstellende man die Europa heel goed kent en zeer Europees denkt. Gelukkig voor ons...’ De Telegraaf noteerde bovendien in een kanttekening bij de troonrede van Luns, dat hij ondanks zijn benoeming op het navo-hoofdkwartier samen met prins Bernhard, Willem Duys, senator Van Riel en mr. G.B.J. Hiltermann tot de idolen van het Nederlandse volk gerekend mocht blijven! Deze collectie leek mij unfair jegens prins Bernhard, als inspecteur-generaal van de gewapende strijdkrachten. Het chapiter houden van nederland in Luns' herinneringen is al evenzeer tekenend. Luns is pro-Nederlands en blijft het, zegt hij. Hij wil daarbij niet over binnenlandse radicale groeperingen spreken, die meestal ‘heel slecht en uitermate eenzijdig op de hoogte zijn.’ Het langharig tuig is alleen maar ‘selectief verontwaardigd’. De behoudende Luns associeert Che Guevara met ‘het afbreken van eigen samenleving.’ Guevarra was voor Luns ‘een zeker communistisch bendehoofd, in Argentinië geboren, een oud-minister van Cuba, en in een derde land, Bolivia, moordend rondtrekkend.’Ga naar eindnoot1. Verderop achtte hij de ‘onkunde’ schrikbarend toegenomen. Hij constateerde namelijk: ‘dat er naast onvermogen om zich te informeren, ook wel degelijk onwil bestaat. Die onwil houd ik voor hoogst gevaarlijk. Men treft haar aan bij de omverwerpers.’Ga naar eindnoot2. Ik ben er zelf onschuldig aan, omdat ik als Nederlandse ingezetene van de Verenigde Staten nog nooit een stembiljet heb kunnen invullen, maar hoe kan iemand, die zo weinig op de hoogte was van historische waarheden, als een Che Guevara en diens werkelijke doelstellingen voor Cuba of Latijns-Amerika, hier zovele jaren met zoveel onzin als | |
[pagina 570]
| |
hierboven door hemzelf verkondigd het hoogste lied op het gebied van de buitenlandse politiek hebben gezongen? Hoe heeft dat kunnen passeren? Voor mij is dat een onopgelost raadsel rond het Binnenhof. |
|