Kopenhagen - 16 mei 1972
In een toespraak tot de Deense Atlantische vereniging waarschuwde Joseph Luns, dat de navo niet mocht toelaten dat ‘in Europa langzaam maar zeker de “Pax Atlantica” wordt vervangen door een fundamenteel afwijkende en aanmerkelijk minder smakelijker “Pax Russica”.’
De teneur van Luns' waarschuwingen voor het rode gevaar deden voortdurend denken aan de tijd van het senator Joe McCarthyisme. Of aan de hooog bejaarde, oer-conservatieve senator James Eastland uit de zuidelijke staat Mississippi in de Verenigde Staten, die al jaren lang verkondigde een lijstje te hebben aangelegd van de 34 miljoen slachtoffers die het uitbreken van communisme in de wereld de laatste halve eeuw zou hebben opgeëist.
Ik sta zeer ver van degenen die het rood-wit-blauw of oranje door rood, desnoods met hamer en sikkel, vervangen zouden willen zien. Waarmee ik allerminst wil zeggen, dat ik mij zelf conservatief of maar zelfs behoudend zou willen noemen, ‘omdat de zaak hier zo voortreffelijk zou lopen.’
Ik probeer echter met kracht oneerlijke paniekzaaiers te bestrijden, die in de époque van de koude oorlog hebben leren denken en die niet schijnen te beseffen, dat men in dit late uur in het voortbestaan van de mensheid als geheel aan zichzelf en zijn naasten verplicht is de aandacht te richten op détente, en vreedzame coëxistentie. Waakzame détente, en waakzame coëxistentie, maar geen gelul over grensschendingen van het koninkrijk Noorwegen, door de Sowjet-Unie, als deze niet hebben plaats gehad. Geen gelieg en gefantaseer door nerveuze, geagiteerde oud-ministers die al jaren geleden als directeur van Heineken naar Buenos Aires uitgevoerd hadden moeten worden. Misschien kan men Luns achteraf voor ‘diensten het koninkrijk bewezen’ een bungalowtje op de Azoren aanbieden als nationaal huldeblijk? Zo