Brussel - 17 februari 1972
Volgens navo-secretaris-generaal Luns, twijfelde de Atlantische Verdragsorganisatie steeds meer aan de Russische voornemens om tot serieuze onderhandelingen te komen betreffende wederzijdse en evenwichtige troepenverminderingen in Europa. De Italiaan Manlio Brosio zou hiervoor naar Moskou zijn gegaan, maar het Kremlin had nog altijd niet bekend gemaakt wanneer Brosio kon komen.
‘Ik zal niet verhelen dat wij teleurgesteld en in de war gebracht zijn door dit uitblijven van reacties. Als de andere kant nog niet gereed zou zijn om gedetailleerde procedurebesprekingen te beginnen, laten ze het dan zeggen. Dubbelzinnigheid is nergens goed voor,’ aldus Luns. Luns zette een vraagteken bij de Russische vlootexpansie over de hele wereld, als deze alleen maar zou dienen ter bescherming van het vaderland.
Hij voegde daaraan toe dat het Westen niet wordt gerustgesteld door verklaringen van de Russische communistische partij, waarin het principe van vreedzaam naast elkaar bestaan wordt gerechtvaardigd, omdat het ‘de klassestrijd op alle niveaus ondersteunt’.
Mr. Luns waarschuwde dat de politieke en militaire samenwerking binnen de eeg nooit zal mogen leiden tot een optreden van Europa buiten de navo om.
‘Europa zal ook in de toekomst de band met Amerika (de navo) nodig hebben om zijn veiligheid en onafhankelijkheid tegenover het Oostblok te kunnen garanderen.’