Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 544]
| |
Amsterdam - 4 februari 1972De Telegraaf ging onverstoord door met enormiteiten over de affaire te debiteren. In Amerika noemt men dit claptrap journalism. Thans mengde medewerker ir. W. Stam zich in het gewoel: ‘Het was dan ook jammer dat Schmelzer er onlangs met een hagel-patroon nog een aantal gaatjes bijschoot, toen hij dacht dat zijn buks op het achterwerk van Luns was gericht. Het was echter een oude ambtspantalon, die de verstrooide navo-secretaris in zijn voormalige Haagse verblijf had laten hangen en die door de verkleed-maniak Willem Oltmans wederrechterlijk was aangetrokken, zodat die momenteel ook niet meer weet hoe hij met goed fatsoen moet gaan zitten,’ aldus Stam. En als men dacht dat alleen De Telegraaf de tropenkolder had gevat, de Haagse Post deed ook mee. Dit weekblad had mij bij herhaling voor een interview trachten te vangen, wat mij geen veilige zaak toescheen. Ik had dus voor het genoegen bedankt. Bij gebrek aan kopij verzon medewerker Trip daarop toen een quasi-satirisch verhaal. ‘Een naam, waarmee de courantenlezer in de onderhavige materie steeds veelvuldiger wordt geconfronteerd, is die van de heer Willem L. Oltmans, de internationaal rondzwervende journalist, die de gave van het woord niet van een vreemde heeft, als zijnde een huidige nazaat van de schepper der onvergankelijke romantische werken De Schaapherder en Het slot Loevestein. Reizen verruimt de blik, en het zal derhalve niemand verbazen, dat voornoemde heer Oltmans tot aan gene zijde van de aardbol over de meest waardevolle en invloedrijke connecties kan beschikken. Ik noem slechts wijlen het staatshoofd van onze teloor gegane Gordel van Smaragd, president Sukarno; de communistische schoonzoon van premier Kosygin, die de supervisie heeft over het algehele wetenschappelijk onderzoek in de Unie van Sowjetrepublieken; alsmede de onvergetelijke Kennedy's. Met enige overdrijving zou men, gezien zijn attaches met de groten der aarde, de nieuwsjagende kosmopoliet Oltmans als onze “schaduwminister” van Buitenlandse Zaken kunnen betitelen, temeer waar hij zich onlangs geëngageerd heeft met een bevallige dochter van éen onzer excellenties, de facto de veelbelovende dwarsfluitiste Marie-Thérèse Schmelzer uit het Haagje. Het behoeft geen betoog, dat de benijdenswaardige amant van mejuffrouw Schmelzer een graag geziene gast is op de joyeuze party's, waarmee zij en haar zusjes al zo jong een zekere renommé in de hofstedelijke society hebben verworven.’ De Haagse Post vervolgde deze onzin, met te verklaren dat ik in de voormalige woning van Luns een pakketje brieven ‘met een lintje van turquoise velours’ er omheen had gevonden, geschreven met de hand van Marilyn Monroe aan Joseph Luns. ‘Reeds spoedig drong het tot Oltmans door, dat het hier een persoonlijke correspondentie betrof tussen de heer Luns en de welgeschapen film-diva uit de Hollywoodse droomfabriek, waarvan de strekking als wel zeer | |
[pagina 545]
| |
intiem kon worden opgevat. Al lezende werd hij gewaar, hoe en wanneer mr. Luns en de te jong gestorven blondine elkaar hadden gevonden, namelijk in het buitenverblijf van de toenmalige Amerikaanse minister van Justitie Robert Kennedy, die eveneens tedere gevoelens voor haar koesterde. Zij prefereerde echter de rijzige gestalte, de ietwat onhandige charme, en de “sense of humour, the talent to amuse” van “Dutchie”, zoals zij hem wel noemde, boven de misschien iets te veel door de politieke problemen van zijn tijd geabsorbeerde “Bobby”. “You're so different from the rest, Dutchie. When you came into the room, I knew it, you're my thrill and you always will be, forever and ever,” zoals zij aan minister Luns schreef.’Ga naar eindnoot1. Mijn eigen blad de Typhoon in Zaandam nam het bericht notabene au sérieux en kwam er overgenomen uit de Haagse Post in dikke letters op de voorpagina mee, en dat omdat Trip blijkbaar had gemeend niet bij Jan Blokker, Jacques Gans en ir. W. Stam achter te mogen blijven! De hoofdredactie van de nrc-Handelsblad-groep wijdde een hoofdartikel aan deze belachelijke Haagse Post-kopij en meende, dat ‘het gebruik van satire of zelfs ironie in de pers altijd een hachelijke bezigheid was.’ Het lukte niet altijd aan samenstellers van onzin, om onzin ook als onzin te laten overkomen. ‘Die opzet faalt zodra er mensen zijn, die onzin voor zoete koek slikken. Dan kán die onzin - wat ook de opzet mag zijn geweest - laster worden.’ De nrc besloot: ‘Overigens zou de Haagse Post er goed aan doen zich Lincoln's uitspraak ter harte te nemen: je kunt soms alle mensen voor de gek houden; je kunt sommige mensen altijd voor de gek houden, maar je kunt niet alle mensen altijd voor de gek houden. Op een goed ogenblik slaat dit terug ook op je totale geloofwaardigheid.’Ga naar eindnoot2. |
|