Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 12 februari 1972Wijlen Gans had nog niet werkelijk met mij ‘afgerekend’. ‘Willem L. Oltmans is ontevreden. Deze journalistieke diva van de politieke intrige die het zo nodig vond met Russen van de ambassade te conspireren over de al of niet geschiktheid van Luns als secretaris-generaal van de navo is op een proces uit.Ga naar eindnoot1. Dat gezellige avondje, waarbij de Russen op het plaatje geknipt werden door onze fotograaf Zonneveld, mag volgens ijdeltuit Oltmans niet zomaar in de vergetelheid wegzinken.’ Ik was nu ‘een collaborateur van het Kremlin’, - ze zien me in Moskou al aankomen! - en ik Willem Oltmans, de diva in politieke intrige (het werd herhaald) had bij de Amsterdamse officier van justitie een aanklacht ingediend tegen die beste Peter Zonneveld en nog betere hoofdredacteur Goeman Borgesius. ‘De diva in politieke intrige (voor de derde | |
[pagina 546]
| |
maal) acht haar Get op “haar”) “privacy” aangerand, hetgeen van zo'n op publicitair exhibitionisme verzotte figuur op zijn minst genomen inconsequent genoemd mag worden. Oltmans’ ‘collaborateur-streven met de Russen’ (herhaling) was op de plaat vastgelegd, door de altijd het vaderland getrouwe Telegraaf-fotograaf Zonneveld. En nu roept Oltmans de animator van het feest ineens moord en brand!’ Gans besloot zijn kwaadaardige kolom volgepakt met leugens en beledigingen: ‘Op zichzelf geloof ik dat van Telegraaf-zijde niet het minste bezwaar tegen een dergelijk proces bestaat. Nog ervan afgezien, dat een dergelijk proces een tienduizend nieuwe abonnees pleegt op te leveren. Het kan bovendien uiterst leerzaam zijn de vreemde kronkelwegen van het meneertje Oltmans zorgvuldig en nauwkeurig uit de doeken te doen. Ik zie de diva (vierde maal) al bij een stevig kruisverhoor rondspartelen.’ Tot zover wijlen Gans. Overigens geloof ik niet, ook niet naar de persverslagen van de rechtszitting te oordelen, die op 14 maart 1973 over deze zaak in de kranten zijn verschenen, dat ik degeen was, die bij die onverkwikkelijke show als een alley cat in het nauw rondspartelde, maar eerder Zonneveld of Hofland. Het leek mij noodzakelijk en de vervulling van een maatschappelijke functie om jarenlange, persoonlijke ervaringen met het pershuis van Stokvis, Brandt en Goeman Borgesius met als chef-leugenaar, J.G. Heitink, de navo en Rusland specialist van de anti rode gaarkeuken aldaar, hier samen te vatten. Hier bij moet worden gezegd, dat men uiteraard de streken en gemeenheden van de top, de redactie in haar geheel niet in de schoenen zou mogen schuiven. Er worden echter met deze presentatie van het nieuws een paar slordige knikkers verdiend en daar profiteert de redactie in haar geheel met plezier, naar ik aanneem mee, ook al wordt geld over de ruggen van landgenoten in de kassa gebracht. Tenslotte poetste ik zelf de plaat bij De Telegraaf toen ik vrij spoedig - na negen maanden om precies te zijn - ontdekte in wat voor besmette sfeer een krant werd gemaakt. Misschien is het vechten tegen de bierkaaien om een publiek dat al aan De Telegraaf verslaafd is op het soort excessen als hier aangegeven te attenderen. Of om te proberen hen te overtuigen dat er andere, minder sappige, minder sensationele en schrikkerige methoden zijn om geïnformeerd te raken dan om uitgerekend dit voor mij onbetrouwbare ochtendblad aan te schaffen. Bovendien vrees ik, dat hier toch via een misleidende omweg van intieme babbeltjes bij kaarslicht over prominenten, filmsterren en voetballers privé, wat nu eenmaal nog altijd een ongewoon aantal abonnees trekt, terzelfder tijd een gevaarlijke dosis politieke onzin, vermengd met koude-oorlogarsenicum, wordt geïnjecteerd bij argeloze, niets vermoedende lezers. Dit kan niet anders dan schadelijk en opinievervuilend werken voor de samenleving in haar geheel. Waarom moet Beatrix, als zij een tippeltje in de Jordaan gaat maken haar publiciteit bij voorkeur juist in deze krant kwijt? Waarom moet haar sociale belangstelling voor problemen in de hoofdstad per se in de meest omstreden persrubriek verschijnen? Heeft hkh niet al genoeg ellende beleefd, toen deze krant de door de bosjes genomen foto hand in hand met | |
[pagina 547]
| |
Claus von Amsberg als sensatie van het jaar haar lezers voorzette, waarbij in feite De Telegraaf de kroonprinses de gelegenheid ontnam in vrijheid als ieder ander mens kennis te maken met een aantal jonge mannen, bij het bepalen van haar keuze van een echtgenoot voor de toekomst? De meest weldenkende jongeren én studenten kopen sedert lang De Volkskrant of andere ochtendbladen dan De Telegraaf. Vele van hen hebben ook Beatrix al jaren geleden afgeschreven. Met mijn opleiding van het Baarns lyceum, Nijenrode en Yale ben ik zover nog niet. Ik betreur een dergelijke koninklijke faux-pas nog altijd, zoals ik het diep betreurde, dat de Nederlandse koningin überhaupt met Suharto werd gezien. Wat mij betreft zou de toekomst verbonden kunnen blijven met een stabiliserend instituut als de constitutionele monarchie. In dit opzicht ben ook ik behoudend vis à vis een goed lopende zaak. Het Nederlandse koningshuis werd deze eeuw door twee, naar menselijke maatstaven beoordeeld, voortreffelijke dames bekleed, ieder een typisch Duits-Nederlands produkt van zich evoluerende maatschappelijke omstandigheden. Waarom zou de rij niet met een derde dame kunnen worden besloten, die bovendien een man heeft, die niet meer in termen van bereden huzaren of supersonische gevechtsvliegtuigen denkt, maar duidelijk ernstig in problemen van mensen en het werkelijke leven is geïnteresseerd. Ik heb de Sowjet-Unie de laatste jaren herhaaldelijk bezocht. Voordien trok het mij niet naar Moskou te reizen. Ik geef toe, dat ervaringen uit de oorlog deze huivering mogelijk hebben aangewakkerd, althans bij mij. De sfeer die ik er aantrof was gemoedelijker en opener, dan ik mij die had voorgesteld. Toch zal er nog veel, zeer veel moeten veranderen om een open society te krijgen. Zo is het mij niet duidelijk, waarom in Moskou verantwoordelijke bladen als de New York Times, Le Monde, de London Times, de nrc, nog altijd niet verkrijgbaar zijn. Ook was het een sombere ervaring in de nauwe gangen van het Nederlandse ambassadegebouw in Moskou tientallen Sowjet-burgers van joodse afkomst te zien bijéendrommen om uitreispapieren te verkrijgen. Nederland behartigt de belangen van Israël in Moskou. Het is niet mogelijk hier uitvoerig de indrukken en gedachten te beschrijven, die ik van vier reizen naar Moskou heb meegebracht of die proberen te vergelijken met een verblijf van 15 jaar in Amerika, alhoewel mij van het hart moet, dat ‘de muziek van de decadentie’, zoals het oude China dit verschijnsel omschreef, in Washington bepaald luidruchtiger doordringt dan in Moskou. Met al de tekortkomingen van de huidige Sowjet-samenleving, komt zij bij mij althans in vele opzichten minder beschadigd en in haar geheel zuiverder over dan die in Amerika. De mensen leven onder onvergelijkelijk veel sterkere druk van boven - een situatie die een ieder die vijf jaar Duitse bezetting heeft beleefd a priori verfoeit - maar zij maken anderzijds een veel eenvoudiger, echtere en opvallend minder decadente indruk, dan mensen in belangrijke delen van de westerse wereld. Toenadering en meer musjawarah is de enige en juiste weg tot vreedzame coëxistentie. Elkaar beter leren kennen en meer over elkaar te weten komen is een absoluut must. Om die reden ook is het juist dat, stoorzenders als Luns ten spijt, ook steeds meer westerse bedrijven tot za- | |
[pagina 548]
| |
ken in de Sowjet-Unie komen. Prins Albert van België reisde onlangs aan het hoofd van een handelsdelegatie naar Moskou. En wat doen wij? Onlangs bleek mij bijvoorbeeld, dat Philips carrément weigerde om dr. Jennen M. Gvishiani, vice-voorzitter van de Raad voor wetenschap en technologie van de ussr Academie van Wetenschappen, en bovendien de schoonzoon van premier Kosygin, voor een bezoek aan Eindhoven te willen ontvangen. Gromyko op Soestdijk, maar Gvishiani niet bij Philips. Via bevriende kanalen had dr. Gvishiani namelijk op het niveau van de Raad van Bestuur van Philips blijk laten geven van zijn belangstelling om tot nauwere samenwerking te komen, zoals hij ook in West-Duitsland onlangs overeenkomsten tot technische en wetenschappelijke samenwerking met Grundig, Höchst en Mercedes Benz namens de Sowjet-Unie tekende. Ik begreep, dat waar men in Rusland belangrijke vorderingen heeft gemaakt bij het gebruik van laser-stralen in de ontwikkeling van de televisiemogelijkheden, de Sowjets bijvoorbeeld tot een uitwisseling op dit gebied met Nederlandse kennis op het gebied tot het ontwikkelen van geluidsapparatuur voor bandrecorders en platenspelers zou willen komen. Alhoewel ir. Frits Philips zich uit het bedrijf als actief grote leider heeft teruggetrokken werpt zijn morele-herbewapeningsidee blijkbaar van achter de schermen nog altijd een sombere schaduw over dit miljardenbedrijf. Waar Fiat een fabriek in de Sowjet-Unie neerzette, welke jaarlijks een 350.000 automobielen produceert, schijnt het Philips-concern ten detrimente van ons land, aan dit soort vooruitziende sprong dat de grootste Amerikaanse oliebedrijven, de Chase Manhattan Bank, Pepsi Cola en andere multi-nationale giganten nu wel maken, bewust niet te willen meedoen. Zelfs meende men een voortreffelijk man als Gvishiani voor het hoofd te moeten stoten. Er zou een essay zijn samen te stellen over wel meer vertraagde reacties bij onze nationale ondernemingen, zoals ik het bijvoorbeeld verbazingwekkend vind, dat in 1973 nog altijd mammoettankers door de echtgenotes van British Petroleum-directeuren te water moeten worden gelaten, in plaats van door echtgenotes van de mensen, die het eigenlijke werk hebben verzet. Maar dat is voer voor het nvv Jongeren Contact. In ieder geval zou het interessant zijn te weten hoe de vakbonden bij Philips over een weigering van de directie om dr. Gvishiani voor een werkbezoek te ontvangen, zouden oordelen. Intussen - misschien wel bevreesd voor kritiek en aanvallen van De Telegraaf - houden de meeste grote bedrijven, die wél zakelijke relaties met Rusland hebben opgebouwd en wél van mening zijn dat deze handelsbetrekkingen in onze tijd relevant zijn, zich nog veelal wat betreft zaken-doen in communistische landen op de vlakte en prefereert men een minimum van publiciteit dienaangaande. Waarom? Is de tijd niet aangebroken om de ussr als iedere andere buitenlandse mogendheid te bejegenen? U Thant heeft mij eens gezegd, dat de westerse kruistocht tegen het communisme, zoals men die de laatste twintig jaar in Korea, of in Vietnam - om Indonesië en Chili niet te vergeten - heeft georganiseerd | |
[pagina 549]
| |
hem deden denken aan de middeleeuwse trektochten naar Constantinopel, waarbij men in de naam van Jezus Christus, als vertegenwoordiger van het enige ware Geloof, het recht en de plicht had zoveel mogelijk ongelovigen (islamieten) om zeep te helpen. De kardinale vraag is: erkennen wij werkelijk het recht van andere landen en volkeren hun eigen lot te bepalen? Het Sowjet-volk verdreef het gehate tsarenregime en vestigde een volksdemocratie, waarbij, zoals in alle Oosteuropese landen met kracht gestreefd wordt naar een zo groot mogelijke sociaal rechtvaardige verdeling van de welvaart en de rijkdommen van het land. Het ideaal werd niet bereikt, maar in ieder geval kan geen situatie ontstaan als in Indonesië, waar éen enkele door de Amerikanen en Suharto gesteunde oliesjeik kan beslissen wat er met 5,9 miljard gulden aan deviezen, die Pertamina jaarlijks opbrengt, wél of niet moet gebeuren. De eerste Sowjet-industrieel die voor een feestje van 5 dagen twee duizend gasten uit alle hoeken der aarde naar Genève laat vliegen, moet nog geboren worden. En men vergete niet: Pertamina is een staatsoliebedrijf in Indonesië! Van mij mag de koningin beslist naar Rusland - en beslist niet naar Indonesië. |
|