Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 540]
| |
was het vreemd dat een voormalig verzetsblad als vn ‘met zoveel energie de uitsloverige dienaar van de Russen, het ratje Oltmans, in bescherming nam.’ Intussen schreef de journalist Theo C. Droogh, mij naar aanleiding van de Genève-conferentie het volgende:Ga naar eindnoot1. ‘Zeer geachte heer Oltmans, Als collega heb ik er behoefte aan u mijn morele steun toe te zeggen bij uw pogen om veler onvrede over de uitlatingen van ex-minister Luns van gefundeerde repliek te dienen. Een onderzoek naar de achtergronden van zijn Indonesië-beleid zal zeer verhelderend werken. Ook ik heb me diep geërgerd over wat hij (na zijn aftreden als minister van Buitenlandse Zaken) over de gang van zaken in Genève heeft gezegd. Ik was als journalist (vgl. uit die dagen mijn publikaties in Elseviers) nauw bij de zaak betrokken en had uit hoofde van mijn persoonlijke, nog steeds bestaande vriendschap met mr. Mohammed Roem, inzage in de workingpapers.’ Verder schreef Elseviers-medewerker Droogh: ‘Het is wáar dat Sukarno de conferentie van Genève wilde doen mislukken, dat wist ook de delegatie, dat wist de hele wereld. Maar het is niet waar dat de delegatie Sukarno zijn zin wilde geven en derhalve op een mislukking aanstuurde. Het was juist de Nederlandse delegatie o.l.v. mr. Luns, die ervoor zorgde dat Sukarno zijn zin kreeg.’ Ik ontving die dagen wel meer hart-onder-de-riem-stekende boodschappen van collega's. Zo schreef Bouke Poelstra, die mij ook professioneel had leren kennen: ‘Soms heb ik er behoefte aan collega's mijn adhesie te betuigen. Nu bijvoorbeeld, aangevallen als ik je zie door Telegraaf- en Parool-ratten op een voze en laaghartige wijze. Luns moet, sinds De Telegraaf op de beurs verhandelbaar is, zich daarin een meerderheidspakket hebben verworven. Ik sta achter je. Alle sterkte en succes toegewenst.’ |
|