Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 519]
| |
Amsterdam - 19 januari 1972 (2)Om 7.30 uur ging de telefoon. Een dame riep: ‘Smerige communist! Heb je veel poen van de Russen ontvangen? Hoe durf je Luns te beschuldigen!’ Bam. Telefoon op de haak. Een paar minuten later - ik begreep er niets van - een onbekende heer: ‘Vieze vuile landverraaier, schoelje, dat je bent. We zullen je wel krijgen.’ Tegen 8.00 uur: ‘U spreekt met Van Thiel uit Helmond. Ik wil u waarschuwen: ze zullen u met een auto van de weg rijden.’ Men onderschatte de invloed van De Telegraaf op mensen van dit allooi niet! Om 8.10 uur belde Hofland. Hij had De Telegraaf blijkbaar in huis. Ik niet. Terwijl hij in de douche had gestaan had mevrouw Hofland hem gevraagd: ‘Zo zo, ben jij met een stelletje linkse figuren bij Wim geweest?’ Want aldus stond het op de voorpagina van 19 januari 1972 in De Telegraaf: een vijfkoloms opening: mengen russen zich in actie tegen luns? Een foto van mijn huis met een cd-auto van de Sowjet-diplomaten ervoor geparkeerd. Volgens Haagse kringen, aldus ons nationale roddelblad, mocht het als ‘ongebruikelijk worden beschouwd’ dat Sowjet-diplomaten zich ‘met sterke inmenging’ in Nederlandse zaken hadden ingelaten. Het zou het Kremlin welgevallig zijn geweest wanneer Luns verdween uit de navo. Vandaar de bijeenkomst in mijn huis. ‘Formeel gesproken mag de heer Oltmans zoveel Sowjet-diplomaten bij zich thuis ontvangen als hij wil en met hen spreken over alles en iedereen,’ aldus het commentaar in Den Haag. Het blad vervolgde: ‘De merkwaardige aanwezigheid van de drie Russische diplomaten bij Oltmans van gisteravond wijst op mogelijke Sowjet-beïnvloeding in het aan de gang zijnde offensief tegen de secretaris-generaal van de navo. Beïnvloeding is op zichzelf ook niet strafbaar, aldus genoemde Haagse kringen. Maar het bezoek van de drie Russen komt wel heel toevallig vlak voor de persconferentie over de zaak-Luns, die Oltmans voor donderdag had aangekondigd.’ H.J.A. Hofland, die onder andere de dag ná deze Telegraaf-rel met hoofdredacteur Goeman Borgesius was gaan dineren, wist mij later te verzekeren, dat niet Peter Zonneveld de tipgever van dit bericht was geweest, maar de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Het was de bvd geweest,Ga naar eindnoot1. die De Telegraaf had ingeschakeld ten behoeve van Luns en in een poging mijn gevaarlijke actie bij de procureur-generaal in een rood kader te plaatsen. Pas toen Zonneveld de volgende dag op de krant kwam en het groot opgemaakte artikel zag, deelde hij de hoofdredacteur mee foto's van de bijeenkomst te hebben gemaakt. Wat Igor Cornelissen overigens inspireerde in Vrij Nederland te schrijven dat Zonneveld die opnamen door zijn gulp moest hebben gemaakt, omdat niemand in mijn huis de man ooit een fototoestel had zien hanteren. Hofland belde mij dus in paniek om 8.10 uur op en vroeg mij onmiddellijk naar de redactie van de nrc-Handelsblad in het gebouw aan de overzijde van De Telegraaf aan de Nieuwezijds te komen. Daar bespraken wij de situatie. Om 9.45 uur belde Hofland aan zijn bureau de heer Goeman Borgesius op, die hem meedeelde de avond te- | |
[pagina 520]
| |
voren niet op de krant te zijn geweest en om die reden niets van de publikatie af geweten te hebben. ‘Ik kan je vertellen, dat ik er zelf bij ben geweest en het is allemaal onzin wat jullie geschreven hebben,’ aldus de hoofdredacteur van de nrc-Handelsblad tegen de hoofdredacteur van De Telegraaf. André Spoor was inmiddels eveneens op de krant gearriveerd. Er werd door Hofland een dementi opgesteld en doorgebeld naar Rotterdam. Dit werd dezelfde dag in de nrc opgenomen. Wat mij overigens nogal verbaasde bij die gedenkwaardige bijeenkomst op de Handelsblad-redactie, was dat Hofland, een vriend sedert 1946, dacht ik, zich openlijk meer ernstige zorgen scheen te maken over een betrekking van de genoemde Marianne bij het Amsterdamse Hilton hotel, dan of ik als Sowjet-spion en landverrader bij het grote publiek was overgekomen. Ik zou bijvoorbeeld als éen reactie uit vele de volgende brief ontvangen: ‘Rooie Hond, In de oorlog 40-45 waren er nederlanders, die haalden de duitse onderdrukker in huis, die hebben wij hier koud gemaakt, hetzelfde gebeurd met jou vuile rooie hond landverrader, wat moet jij met die smerige russen in huis en wat moet jij van Luns hè vuile hond. jij hed nog minder verstand in je hersenen als luns in zijn nagels, denk er om wij weten je wel te vinden, dan ga je er vandaag of morgen aan. ga maar naar rusland naar de onderdrukkers van het volk. smeerpoets landverrader-damen, 20 januari 1972.’ Deze ongeletterde abonnee van De Telegraaf en trouwe aanhanger van Luns was dankzij het gecombineerde spel van Hofland-Zonneveld of Heitink wél uitzonderlijk bezijden de waarheid geïnformeerd geraakt en had waarschijnlijk bij het reconstrueren van zijn verontwaardiging nog gerede kans gelopen zich tot een hartvergroting op te werken. Maar dit waren dan het genre emoties dat men via De Telegraaf bij een deel van ons volk schijnt te kunnen opwekken. Een jaar nadat De Telegraaf deze onzin had verspreid belde student Ronald A. Gase freule Wttewaall van Stoetwegen naar aanleiding van mededelingen door mij tijdens een lezing voor studenten over haar gedaan. Haar eerste reactie was: ‘Maar meneer, hoe kunt u nu naar die Oltmans luisteren! Die man werkt tegenwoordig voor de Russen! Heeft u dat dan niet gelezen?’ Dit om een andere dan een nog duidelijker en debieler reactie op De Telegraaf-oogst van anti-rode propaganda aan te halen. Zelfs de freule bezondigde zich dus aan het inhaleren van Telegraaf-gif. Gase liet haar later bovendien een bandopname van mijn lezing horen, waarin ik onder meer had gezegd, dat zij tot het soort taart behoorde, dat in onze tijd niet meer werd geproduceerd. Na afloop merkte zij achteloos tegenover de student op: ‘Wat vervelend nu, het is allemaal waar wat hij zegt!’ |
|