Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDen Haag - 1 oktober 1971 (1)Geleidelijk aan groeide de rel over Luns uit. Ik werd benaderd door de bekende Indonesische lobbyist, Martojo, die jarenlang op de meest onverwachte momenten was opgedoken. Hij zei dit keer, zeker te weten, dat er inderdaad een telegram was geweest zoals Luns stelde. De Indonesische delegatie onder leiding van Anak Agung in Genève zou namelijk zijn ingegaan op een voorstel van professor Sumitro - minister in het huidige kabinet van Suharto - om een ‘fake’-telegram van Harahap naar Genève te laten zenden, ongeveer van de strekking zoals door Luns aangegeven. De delegatie zou dit telegram dan opzettelijk laten uitlekken aan de Nederlandse afvaardiging, een taak die door Zairin ZainGa naar eindnoot1. zou zijn uitgevoerd, aldus de mysterieuze Martojo. Oud-ambassadeur Zain heb ik 28 juli 1973 nog eens over de gang van zaken in Genève uitvoerig gesproken. De ‘inlichtingen’ van Martojo sloegen op niets. Men zou zich moeten afvragen of deze wandelganger in Haagse kringen bindingen met de bvd zou kunnen hebben. ‘Vraagt u de Rijksvoorlichtingsdienst maar om een afschrift,’ aldus Martojo, ‘er was wel degelijk een telegram. Alléen: Luns liegt inderdaad wanneer hij zegt, dat het van Sukarno afkomstig was.’ Zou Luns, volgens De TelegraafGa naar eindnoot2. voorvechter van de geschiedkundige waarheid, simpeltjes gedacht hebben: ‘Ik schuif Sukarno dat telegram in de schoenen: daar zal het huidige bewind in Djakarta zeker geen bezwaar tegen hebben; en het mislukken van de Genève-conferentie is ook van mijn strafblad verdwenen!’? Plato was van mening, dat de enige personen die in zijn Republiek het voorrecht zouden mogen genieten om op officieel niveau te liegen, zowel binnen als buiten de grenzen van het land, de democratische regeerders zelf zouden moeten zijn. Dit liegen zou namelijk volgens Plato ‘in het belang van de staat’ nodig kunnen zijn. Sinds Plato is het een strijdvraag gebleven hoe men het landsbelang op een voor alle betrokkenen bevredigende wijze zou kunnen formuleren. Sukarno probeerde dit ideaal via zijn nasakom filosofie te bereiken. Bij het Watergate-schandaal in Amerika was de interpretatie van | |
[pagina 480]
| |
wat in het belang van het land zou kunnen zijn een kardinaal twistpunt. Nixon, Haldeman en Ehrlichman, in de wandeling in Washington D.C. de Nazi's genoemd, stelden zich op het onverkwikkelijke standpunt, dat het landsbelang en de veiligheid van de Amerikaanse democratie hen het recht gaf alle wetten van het land te schenden, clandestiene operaties in kantoren van tegenstanders te doen uitvoeren, in het geheim en zonder voorafgaande oorlogsverklaring andere naties te laten bombarderen (liefst van onzichtbare hoogten) en dit allemaal zonder dat de burgers van de Verenigde Staten van deze illegale zaken op de hoogte zouden zijn. Luns, die om meer dan éen reden een warme sympathie voor Nixon en de zijnen voelt, heeft zich sedert jaren in de Nieuw-Guinea affaire als een Nixon-kabouter ontpopt. Luns formuleerde het landsbelang buitengewoon afwijkend van bijvoorbeeld de rechtsgeleerde, professor Drost en de zijnen, waaronder ik zelf, die al in 1957 het parlement van de onhoudbare positie vis à vis Irian-Barat trachtten te overtuigen. Luns' strategie versus Indonesië week al even sterk af van de opvattingen van de groep-Rijkens.Ga naar eindnoot3. Evenals er in Amerika misschien aanvankelijk een meerderheid van Amerikanen was te vinden, die het op grond van onware informatie eens waren met bijvoorbeeld de Amerikaanse agressie in Vietnam, zo kon men aanvankelijk constateren dat een meerderheid van Nederlanders het eens was met de door Luns gevolgde gedragslijn in Azië, mede getuige zijn verbluffende populariteit bij de massa. Luns leidde echter niet. Hij hield de minder geïnformeerde massa niet de feiten en de mogelijkheden voor. Neen. Staatsman Luns bespeelde geholpen door De Telegraaf, de ongeïnformeerdheid van de kudde en noemde informanten als Drost of Rijkens landverraders. Een term waar zijn premier Drees zich gaarne bij aan scheen te sluiten. Drees en Luns rommelden met diepgewortelde instincten van de Nederlander om toch vooral de bewoners van Nieuw-Guinea te blijven assisteren bij het switchen van peniskokers op bell-bottems. Maar het nare in dit soort zaken is dat de geschiedenis deze spelletjes achterhaalt en corrigeert. De uiteindelijke en onverbiddelijke arbiter bij het aanwijzen van het landsbelang, of wat in het belang van het vaderland zou zijn geweest, blijft de loop van de geschiedenis zelf. Plato's theorie of de hardnekkig verzonnen Haagse fabeltjes ten spijt. |
|