Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDen Haag - 2 september 1970Het officiële bezoek van generaal Suharto naderde. Ter voorbereiding van de Nederlandse publieke opinie was Anthonie C. Dake voor de nos naar Djakarta gereisd om een interview met Suharto op te nemen, dat vriendelijk over moest komen. Hij keuvelde met de generaal, zelfs op een zodanige wijze, dat de nrc boven een televisiecommentaar schreef: suharto en zijn butler. Volgens de nrc was Dake's wijze van vragenstelling ‘een klap in het gezicht van de kijkers’. Waarom Dake zo lief was voor de putschgeneraal zou pas in 1973 duidelijk worden. Hij was bezig een boek voor te bereiden dat Sukarno ervan zou moeten gaan beschuldigen de moord op de zes generaals te hebben bevolen. Informatie van het genre-Luns, die in zijn memoires (pagina 117) domweg aankondigt, dat Sukarno het tenslotte te bont maakte, ‘door de afschuwelijke moord op zeven legergeneraals toe | |
[pagina 463]
| |
te laten.’ Bovendien werden er geen zeven maar zes generaals vermoord. Nauwkeurigheid is nooit Luns' fort geweest! Op pagina 47 maakt de minister het echter allemaal weer goed door over de inmiddels overleden Bung Karno plechtig te verklaren ‘God hebbe zijn ziel!’ De vereniging ‘Door de Eeuwen Trouw’ had hoffelijk en ruimschoots van te voren aangekondigd, dat Ambonnese jongeren uit protest tegen Suharto's komst naar Nederland in actie zouden komen. Inderdaad werd 30 augustus 1970 de woning van de Indonesische ambassadeur, Taswin A. Natadiningrat, in Wassenaar bezet. De diplomaat zelf vluchtte in pyjama naar het nabijgelegen kasteel Oud Wassenaar, zijn echtgenote en kinderen aan hun lot overlatende. Tijdens de schermutselingen kwam een Wassenaarse politieagent in de paniek om het leven. Het kabinet wist met de grootste moeite H.M. de koningin er op maandagochtend, 31 augustus, van af te houden zelf naar Wassenaar te gaan om de ambassadeursvrouw en haar gezin te ontzetten, in de overtuiging dat de Ambonnese jongeren op Haar nooit zouden vuren. Luns arriveerde ook ter plaatse en haalde nog bij een jachterige sprong over een hek van een buurman van de Indonesische ambassadeur zijn pantalon open. De voormalige Indonesische zaakgelastigde, Pak Wiarto, gaf mij te kennen, dat Suharto helemaal geen zin meer had gehad om naar Nederland te vertrekken, maar dat hij enkele malen persoonlijk door prins Bernhard werd opgebeld om toch vooral te komen. De Indonesische president is toen even in Nederland geweest, verplaatste zich per helikopter, poseerde voor een staatsiefoto met de koninklijke familie en reisde als een haas naar West-Duitsland af. De enige Oranje die ooit Indië bezocht was prins Hendrik, ‘de Zeevaarder’. Hij reisde naar Batavia in 1837. Wel had B.C. de Jonge die van 1931 tot 1936 gouverneur-generaal van Indië was, voorgesteld de toenmalige prinses Juliana een studiereis te laten maken, maar het werd toen belangrijker geacht dat er eerst een passende echtgenoot onder Europese vorstenhuizen voor de troonopvolgster zou worden gevonden. Juliana verloofde zich in 1936 en huwde in 1937. Toen zij als koningin in de zomer van 1971 een officieel tegenbezoek aan Indonesië zou brengen, heb ik met collega Willem Klinkenberg en uitgever Jaap Jansen het initiatief ontwikkeld een brief tot H.M. de Koningin te richten, mede ondertekend door een twintigtal gelijkdenkenden, waarin wij een dringend beroep deden op het staatshoofd onder de huidige omstandigheden in Indonesië niet namens het koninkrijk een officieel bezoek te gaan brengen.Ga naar eindnoot1. Johan Fabricius reageerde in De Telegraaf op dit uitdrukkelijke verzoek met een artikel, bezoek vorstin aan indonesië nuttig. ‘Mijn persoonlijke indruk bij een vrij recent bezoek aan Indonesië,’ aldus deze auteur,Ga naar eindnoot2. ‘is geweest, dat Suharto bij de overgrote meerderheid daarginds een geliefde figuur is en dat zijn regime het Indonesische volk een lang ontbeerde vrijheid heeft gebracht.’ Wanneer men zoiets over een vierkoloms kop in grote vette letters ziet aangekondigd moet men zich toch afvragen of de schrijver wel goed bij zijn | |
[pagina 464]
| |
hoofd was toen hij deze fantastische verhalen in strijd met iedere werkelijkheid over het Indonesië van Suharto, optekende. ‘Vrijheid’ noemde Fabricius de situatie in Indonesië, nog geen vier weken nadat de Suharto-kliek met machtsmiddelen, stenguns en chantage kans had gezien bij ‘vrije’ verkiezingen de door het bewind in het leven geroepen golkar-partij 65 percent van de stemmen te laten behalen. Resultaat: Suharto's golkar kreeg 226 van de 360 zetels in het zogenaamde Huis van Afgevaardigden nadat 53,8 miljoen uitgebrachte stemmen waren geteld. Omdat de golkar van de regering nog eens 100 zetels aangewezen zou krijgen zou de Suharto-partij bij al dit soort ‘vrijheid’ over 334 van de 460 zetels in het Huis van Afgevaardigden gaan beschikken, oftewel 72 percent van de ‘democratische stemmen’ in het land. Zelfs het Amerikaanse weekblad Newsweek oordeelde het nodig om de ‘verkiezingen’ in het vrije Indonesië van Suharto als een schertsvertoning af te schilderen. Daarom blijft het op zijn minst genomen curieus waarom een eerbaar man als Fabricius zich zou lenen voor het maken van propaganda voor Suharto in De Telegraaf. Newsweek schreef verder dat aan de Indonesische taal een nieuw woord was toegevoegd, namelijk intimidasi. Zelfs Time meldde dat Suharto niet minder dan 2 500 Indonesische politici had ‘uitgewied’ als onacceptabel alvorens de kandidaten voor de verkiezingen door het generaalsregime werden bekend gemaakt. |
|