Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDen Haag - augustus 1970 (2)Suharto wilde niet voor niets, dat er over de Ibnu Sutowo's in het buitenland niet gesproken zou worden. Voor het eerste vijfjarenplan van de regering Suharto was niet minder dan 2½ miljard gulden donorhulp van Nederland en de zogenaamde iggi-landenGa naar eindnoot1. nodig. Andere rijke landen waren geneigd ten aanzien van Indonesië Nederlandse adviezen te volgen. Minister Udink, indertijd een volmaakt ignoramus in Indonesische toestanden en verhoudingen, zou Nederlandse investeerders verder over ‘hun drempelvrees’ (voor het generaalsregime) heen helpen door namens de Nederlandse regering aan de hand van centen van de belastingbetalers ‘flinke bedragen in risicodragende drempelprojecten te steken’. Ook Udink wachtte zich er wel voor het parlement of het Nederlandse volk van de werkelijke toestanden in Suharto's Orde Baru-land op de hoogte te brengen. Waar in Sukarno's tijd het Indonesische leger reeds de grootste post op de landsbegroting opslokte - het land was toen in strijd - had men weinig verbeelding nodig om zich af te vragen wat er zou gebeuren nu het leger zich wederrechtelijk de alleenheerschappij in het land had toegeëigend. | |
[pagina 450]
| |
Ook Paul van't Veer speelde dit verlakkersspelletje in een artikel voor Vrij Nederland van 26 april 1969 mee, toen hij zijn lezers erop wees dat het onjuist was om de Suharto-generaals ‘een moordenaarsbende’ te noemen, ‘die miljoenen Nederlandse guldens aan ontwikkelingshulp verslond.’ Hoe krijgt de man het over de lippen? Misschien denkt Van 't Veer er nu in 1973 langzamerhand anders over. En als Parool-hoofdredacteur Sandberg het ook nu nog niet weet, dan is er voor het pro-Amerikaanse, plus royaliste que le roi Parool, geen hoop. |
|