Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 410]
| |
Parijs - april 1970 (3)Alle Nederlandse bladen, van het Algemeen Handelsblad tot De Waarheid besteedden uitgebreide aandacht aan Dewi's Open Brief aan Suharto. Zelf zond ik deze generaal die mij in 1966 zeker sympathiek was geweest een briefje. In die dagen, ook omdat Bung Karno mij bij deze hoge officier introduceerde was het niet bij mij opgekomen, dat een dergelijke generaal een zo geraffineerd spel speelde, in samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten en in directe strijd met het belang van Indonesië zelf. In 1966 had ik er nog geen notie van dat juist deze Suharto met zijn innemende Javaanse gedrag en glimlach tot de meest uitgekookte intriganten van Azië kon worden gerekend. Wat de man precies ten aanzien van de pki en Sukarno aanhangers op zijn kerfstok had was mij toen nog niet helemaal duidelijk, laat staan dat ik deze vriendelijke gastheer tot het vergoelijken en schoonpraten van het in koelen bloede vermoorden van tal van politieke leiders en honderdduizenden landgenoten in de verste verten in staat achtte. Terwijl juist hij, de usurpator van de hoogste macht in het land voor die crimes verantwoordelijk moet worden gehouden. Want generaal Nasution weigerde voor het volle pond aan de insubordinatie mee te doen, al schijnt ook hij akkoord te zijn gegaan met de heksenjacht op zogenaamde communisten. Toch zou Suharto pas goed zijn gang kunnen gaan, nadat hij Nasution kundig op een zijspoor had gezet en verder weggepromoveerd naar de zéer ceremoniële post van voorzitter van het voorlopig Volkscongres. Ik sloot bij mijn brief aan Suharto, een kopie van Dewi's stuk in Vrij Nederland in en voegde enkele zinnen in het Engels toe, wetende dat hij geen Nederlands wilde spreken: ‘Generaal, Sinds het glashelder is geworden welke misdaden u jegens Indonesië en het Indonesische volk hebt begaan,Ga naar eindnoot1. beschouw ik het als een eer en als een plicht althans in dit deel van de wereld, het westen, maximale publiciteit aan deze misdaden te geven. Willem L. Oltmans.’ Het Nieuwsblad van het NoordenGa naar eindnoot2. berichtte via haar correspondent in Indonesië hoe men aldaar op Dewi's brief zou hebben gereageerd. Men was er niet van onder de indruk gekomen. Anderzijds zou men ook niet blind zijn geweest voor de ‘gevaarlijke kanten’ aan wat zij schreef: ‘Want al zal de inhoud van de brief hier weinig effect sorteren, de schrijfster en haar adviseurs (let op het meervoud) moeten bij het opstellen eerder gedacht hebben aan een beïnvloeding van het buitenland. En daarom heeft men de inhoud toch wel met enige zorgvuldigheid bestudeerd.’ Het bericht uit Djakarta betreurde het, dat Dewi zich niet had bepaald tot een oproep om lotsverbetering voor Sukarno, ‘want dan zou mevrouw Sukarno zich de sympathie van een groot deel van het Indonesische volk hebben verworven.’ Dewi had de fout gemaakt, meende Djakarta te zelfder tijd generaal Suharto als een man voor te stellen aan wiens handen het bloed kleefde van honderdduizenden vermoorde en onschuldige Indonesiërs. (Als Suharto niet voor die massamoord verantwoordelijk was, wie | |
[pagina 411]
| |
dan)? Dewi had juist de pogingen van Suharto om zijn voorganger uit woelig vaarwater te houden, moeten steunen en niet zijn (Suharto's) positie moeten verzwakken! aldus dit commentaar vanuit de Indonesische hoofdstad. Ook van onverwachte Nederlandse zijde kwam kritiek op Dewi's Open Brief. Bijvoorbeeld. De schrijfster Beb Vuyk liet Rinus Ferdinandusse, hoofdredacteur van Vrij Nederland, weten dat zij vanwege het publiceren van Dewi's frontale aanval op meneer Suharto nooit meer aan dit weekblad zou meewerken. Mevrouw Vuyk, die zich na de staatsgreep van 1 oktober 1965 door de coupgeneraals een aanhangster van de anti-Sukarno-krachten had getoond en zich bijvoorbeeld haastte om het Dagboek van een kami-student van Yozar Anwar, als de bliksem in het Nederlands te vertalen,Ga naar eindnoot3. was des duivels, dat ‘haar’ Vrij Nederland een stuk publiceerde, waar een geheel andere kant van de gebeurtenissen in Indonesië na 1965 in werd belicht. Ook apologetici voor Suharto als professor Teeuw uit Leiden en J.H.W. Veenstra protesteerden bij Vrij Nederland. Te onbegrijpelijker, omdat Dewi zich strikt aan haar bekende feiten en omstandigheden had gehouden. De beste stuurlui staan nu eenmaal altijd aan de wal. Sukarno had de nacht van de putsch bij haar in Wisma Jaso doorgebracht. Dewi was als enige vrouw naar de luchtmachtbasis Halim gegaan om op de dag van de legercoup bij haar man te zijn. Onafhankelijk van elkaar had Bung Karno, Dewi, Van Konijnenburg en mij - en later hoorde ik precies hetzelfde van zijn kinderen Sukmawati en Guru - bezworen niets van de aanslag op de hoge officieren geweten te hebben. Maar nee, mevrouw Vuyk wist het beter en zegde haar jarenlange banden met Vrij Nederland op omdat een andere vrouw een vertwijfelde poging ondernam een betere behandeling voor de Bapak van Indonesië af te dwingen. Integendeel. In plaats daarvan zou Bung Karno twee maanden later onder dubieuze omstandigheden sterven. |
|