Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdLeeuwarden - 25 mei 1970Na het vertonen van de film met de Kennedy-medewerkers kreeg ik een aanval te verduren van de heer Algra, hoofdredacteur van het Fries Dagblad in Leeuwarden, sedert vele jaren een bewonderaar en steunpilaar van Luns. In zoverre eveneens interessant omdat Algra indertijd tijdens het Nieuw-Guinea-conflict deel had uitgemaakt van de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken en zodoende inzage had gehad in bepaalde door Luns ingediende geheime stukken en argumentaties. President Eisenhower zou indertijd aan de hand van een kaart van de Stille Oceaan aan Luns hebben uiteengezet hoe de verdediging van de periferie van Azië | |
[pagina 390]
| |
(en dus Nederlands Nieuw-Guinea) eruit zou moeten zien. ‘Niet prijsgeven,’ zou Eisenhower tegen Luns hebben gezegd, ‘en Amerika zal u tot een stille en als het kan openlijke steun zijn.’ Volgens Algra waren alle mogelijke veiligheidsmaatregelen genomen om aan het onderhoud Luns-Eisenhower geen ruchtbaarheid te geven. Luns zou zelfs via een achterdeur het Witte Huis hebben moeten verlaten. Gesteld, dat dit Münchhausen-verhaal op waarheid zou berusten, dan mag men toch aannemen dat de Nederlandse ambassadeur in Washington D.C., die waarlijk betere contacten had in de Amerikaanse hoofdstad dan Luns, van deze ontwikkeling op de eerste plaats op de hoogte zou zijn geweest. Maar Van Roijen ontkende in alle toonaarden dit soort geheime afspraken tussen Eisenhower, Dulles en Luns. Opnieuw lanceerde Algra c.s. in hetzelfde hoofdartikel een aanval op Paul Rijkens en de zijnen, die het mes op de keel van de Nederlandse regering zetten door er bij de Amerikaanse regering op aan te dringen Luns te dwingen een einde aan de confrontatiepolitiek over de Papoea's te maken. Algra stelde, dat een zekere Oltmans, die in tijdelijke dienst van de grote Nederlandse concerns was genomen, hiertoe acties ontwikkelde in Washington D.C. Daarop stelde Algra de vraag hoe het mogelijk was dat ik thans weer voor de nos-televisie mijn acties tegen Luns voortzette. Het werd een koud kunstje Algra voor de Raad voor de journalistiek te slepen en veroordeeld te krijgen.Ga naar eindnoot1. Emile van Konijnenburg schreef de Raad een brief dat ik nooit enige belangrijke bedragen van grote Nederlandse bedrijven had ontvangen, noch ooit in tijdelijke dienst was geweest van Unilever of de klm, zoals Algra insinueerde. Ook is vermeldenswaard, dat Algra in een eerste brief aan de Raad voor de journalistiek stelde dat hij wel eens even met Luns c.s. zou overleggen hoe het varkentje Oltmans het beste gewassen zou kunnen worden. Maar na overleg met strijdmakker Luns zong Algra een toontje lager, liet verstek gaan op de zitting van de Raad voor de journalistiek, die de zaak aan de orde stelde, en werd vervolgens veroordeeld wegens het verspreiden van kletspraatjes, die de goede baas in feite uit de koker van Luns had vernomen.Ga naar eindnoot2. Hierbij moet worden aangetekend, dat wanneer Algra dan te elfder ure in een ‘markant’ portret voor de nos-televisie wordt gesleept, zoals 26 augustus 1973 is gebeurd, en hij onverwachts de opmerking maakt, ‘Luns is slimmer dan u denkt, meneer,’ dat de samenstellers onder eindredactie van H.J.A. Hofland dan verzuimen onmiddellijk in te haken en nader informatie proberen te verkrijgen. Waarom zegt zo'n man dat dan en op basis waarvan? |
|