hebben, waarop Kennedy gezegd zou hebben alles te zullen honoreren wat vorige presidenten hadden toegezegd. Na Robert Kennedy's “inspraak” zou de president evenwel zijn koers gewijzigd hebben.
Later in zijn betoog zei de minister echter dat het niet onmogelijk was dat de Kennedy-regering niet op de hoogte was geweest van de “technische afspraak”, waaraan de Nederlandse regering de haalbaarheid van haar beleid had ontleend. En ook zei de minister opeens dat hij altijd “grote twijfels” had gehad over de vraag of de Verenigde Staten de befaamde beloften zouden nakomen.
Wie zich herinnert hoe pertinent minister Luns in het vuur van de strijd om het Nieuw-Guinea-beleid steeds sprak over Amerikaanse beloften, kan niet anders dan verbluft zijn over deze uitspraken.’
Spoor vervolgde: ‘Deze beschrijving kan alleen maar voedsel geven aan de overtuiging dat er nooit sprake is geweest van “concrete beloften”, maar hoogstens van vage uitingen van sympathie ten tijde van John Foster Dulles. Het ophelderen van dit punt blijft een historische, maar gezien minister Luns' voortdurende aanwezigheid in het kabinet, ook een politieke noodzaak.’ Dat was 25 mei 1970.
De la Bruyère heeft het reeds gezegd: ‘Het tegenovergestelde van wat algemeen wordt aangenomen is meestal de echte waarheid.’ De nrc beijverde zich het tegenovergestelde van Luns' beweringen aan het licht te brengen, daarin bijvoorbeeld ook aangemoedigd door oud-minister Stikker, die de krant schreef een onderzoek naar het beleid van Luns, als herhaaldelijk in de nrc bepleit, toe te zullen juichen.
André Spoor reisde enkele jaren geleden met Luns en enkele andere heren naar een bijeenkomst van de Bilderberg in de Verenigde Staten. Na onderstreept te hebben, dat hij, Luns, de vader van de hoofdredacteur van het nrc-Handelsblad, generaal S.H. Spoor, bijzonder goed had gekend, informeerde de minister naar de werkzaamheden van diens zoon. Iedereen, en zeker Luns, wist deksels goed, dat Spoor al enige jaren correspondent in Washington D.C. was. Na dit opnieuw bevestigd te hebben gekregen maakte de bewindsman en plein public de aanvullende opmerking: ‘Local boy makes good.’ Dat zijn dan de grapjes van onze keurige minister van Buitenlandse Zaken!