Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 348]
| |
Amsterdam - 5 december 1966Alle kranten in het lage land stonden vol over de Verolme-Ibnu Sutowo-affaire en de 320 miljoen harde guldens, die in de zakken van de corruptelingen in Djakarta terecht hadden moeten komen, per garantie van de Nederlandse belastingbetaler!Ga naar eindnoot1. In de auto rijdende hoorde ik toevallig een reportage in Dingen van de dag van de vara waarbij tot mijn niet geringe verbazing werd gesproken over ‘de onbetrouwbare journalist, Willem Oltmans, die een nieuwe ballon over 320 miljoen gulden had opgelaten’. Er zat niets anders op dan de betrokken redacteur voor de Raad voor de journalistiek te brengen. Hij werd veroordeeld. Veel schiet men niet op met dergelijke uitspraken, want het publiek onthoudt nu eenmaal gemakkelijker de beschuldiging dan de terechtzetting. Wanneer men maar lang genoeg en vaak genoeg voor onbetrouwbaar en een rellenmaker wordt uitgescholden, wordt het image van de betrokkene, gegarandeerd steeds minder plezierig. Henk Hofland, die mij kent zoals ik echt ben en mijn pers-image voortreffelijk kon vergelijken heeft dan ook in twee van zijn boeken een passage aan de vervalsingen over mijn persoonlijkheid gewijd.Ga naar eindnoot2. Worms ging in de pers als een razende te keer. worms noemt oltmans een infame leugenaar, aldus het Nieuwsblad van het Zuiden in een vierkoloms kop. Verolme gaf een communiqué uit: sutowo zeer betrouwbaar.Ga naar eindnoot3. ‘Worms overweegt stappen bij de Raad van de journalistiek en de officier van justitie,’ aldus Trouw. (De stappen werden niet au sérieux genomen). oltmans is omgekocht, wist de Haagse Courant op pagina éen in dikke letters te melden. Dát had Worms de krant verteld tenminste. Ik liet mijn raadsman mr. J.C.S. Warendorf bij hoofdredacteur P. de Wit protesteren. Prompt verscheen een tweede kop in de Haagse Courant: oltmans slachtoffer van zetfout!Ga naar eindnoot4. ‘Louis Worms nerveus en geknakt,’ meldde Het Parool over een hele pagina: ik voel mij verplicht te blijven vechten, aldus Worms tegen Gerth van Zanten. De Haagse Post op 10 december 1966: ‘Oltmans blijft zijn spel spelen.’ miljoenenorder dreigt ons land te ontglippen, aldus De Tijd. Misschien krijgt de lezer enigszins een idee van de deining die ontstond. Enkele dagen later verscheen Ibnu Sutowo in eigen persoon ná zijn gemankeerde 320 miljoen-zaakje met het Verolme-concern op een persconferentie op Schiphol. Hij deelde mee te hopen dat de lening toch nog door zou gaan en verklaarde dat Indonesië in tien jaar zou kunnen afbetalen. Tot tweemaal toe, want ik was recht voor hem gaan zitten, weigerde hij te antwoorden op mijn directe aanval: ‘Ontkent u dat er bij de transactie van de Elisabeth Broere corruptie is gepleegd?’ Nadat Worms had geroepen: ‘Dat is Oltmans, u moet niet antwoorden,’ zei Ibnu, dat hij niet van plan was te reageren op kletspraatjes die iemand die hij niet kende in de bar van hotel Indonesia had gehoord. Ik heb het gevoel behouden dat prins Bernhard de blamage van een ondertekening van een dergelijk corrupt akkoord op paleis Soestdijk bespaard is gebleven, terwijl die 320 miljoen gulden tenminste niet per | |
[pagina 349]
| |
commissie of op andere manieren in de zakken van Worms of Indonesische corruptors terecht zijn gekomen. Deze Verolme-deal met Ibnu is tenminste niet doorgegaan. Omdat ik in februari 1967 een documentaire voor de nos samenstelde over het nieuwe bewind in Djakarta, meende ik ook de heer Verolme, die bezig was een scheepswerf in Tandjung Priok neer te zetten, waarvan ik opnamen had gemaakt, aan het woord te moeten laten. Aanvankelijk maakte hij bezwaar, dat ik zelf hem in zijn villa in Ridderkerk zou komen filmen, maar de nos liet zich niet door het Verolme-concern de wet voorschrijven, dus zodoende sprak ik onze nationale scheepsbouwer zelf. Hij zei mij: ‘U moet liever niet over corruptie schrijven. Wanneer ik eens een boekje open zou doen over corruptie in Nederland, dan zou Den Haag te klein zijn. Hoe denkt u dat ik mijn scheepswerf in Brazilië heb kunnen bouwen?’ Het gezegde, pour s'enrichir il faut se salir un peuGa naar eindnoot5. zal wel niet voor niets in de wereld gekomen zijn, wat nauwelijks een reden voor een journalist kan zijn met de wolven in het bos te huilen. Toen zes jaren later op 14 juli 1973 in Elseviers Weekblad koppen verschenen: kabinet wil klaarheid over corruptie, Schandaal sleept sinds 1970, Anonieme Indonesiër handelt in bewijsstukken, Sikkens erkent Overprijs Verf-Export naar Indonesië, dacht ik aan de storm van verontwaardiging toen ik meende over Ibnu Sutowo en andere corrupte trawanten bij Nederlands-Indonesische handelsbetrekkingen te moeten berichten. In 1966 wilde men in Amsterdam absoluut niet horen, dat het nieuwe regime in Djakarta, wat Mark Twain noemde, op de waarheid bezuinigde. In 1966 moest in Nederland, parallel aan het vestigen van een anti-rood bewind in Zuidoost-Azië de indruk worden gehandhaafd, dat de Orde Baru de economie grondig en met elan zou aanpakken, want alleen de bereidwilligheid van rijke westerse landen om de generaals te financieren, zou de Suharto-groep immers overeind kunnen houden? |
|