Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdHuis ter Heide - 3 december 1966Rond Worms en de 320 miljoen voor de corrupte generaals in Indonesië ontwikkelde zich de eerste dagen van december 1966 een miniatuur drama, waar Jonathan SwiftGa naar eindnoot1. een theaterstuk aan zou hebben gewijd. Met collega's Herman van den Akker en René van Eijk van het Algemeen Dagblad en Pierre Claessens van het Nieuwsblad van het Zuiden had ik de kwestie van de 320 miljoen besproken. Tenslotte was mijn enige ‘bewijs’ dat ik in Djakarta de brief van de heer Rijke van Verolme aan generaal Ibnu Sutowo had gezien. Ik bezat geen fotokopie. Van Eijk belde de heer Rijke thuis op, alsof hij in het bezit van het bewuste stuk was, waarop de Verolme-functionaris het bestaan ervan onmiddellijk bevestigde. Ook het bedrag klopte. Ogenblikkelijk stal de toenmalige adjunct-hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad, H. Appel, mijn primeur voor De Spiegel en bracht mijn gegevens 2 december 1966 op pagina éen. Protesten van zijn medewerkers mochten niet baten. Alleen de Raad van de journalistiek zou hem later voor deze weinig geslaagde grap veroordelen. Zo zijn onze manieren bij sommige journalisten onder elkaar. Vrijdagavond 2 december ontving ik in de bungalow van mijn ouders in Huis ter Heide een telefoontje van de heer Mollerus, juridisch adviseur van Cornelis Verolme. ‘Kunt u onmiddellijk in Amsterdam komen om uw | |
[pagina 347]
| |
publikatie in De Spiegel te bespreken. De heer Verolme overweegt rechtsmaatregelen tegen u. Hij is bereid deze oplaag van De Spiegel op te kopen.’ Driehonderdduizend exemplaren notabene! Ik antwoordde dat het te mooi weer was om naar Amsterdam te komen en dat hij, indien hij mij wilde spreken, maar naar Zeist moest komen. Bovendien wist ik dat het bewuste nummer van De Spiegel al op weg naar de krantenstallen was. Daarop werd besloten, dat de hoofdredacteur van De Spiegel, Teunis en diens assistent Aartsma en ikzelf de heer Mollerus vandaag om 10.30 uur in het motel te Bunnik zouden ontmoeten. Jonkheer Mollerus zette tijdens deze niet on-komische ontmoeting uiteen, dat de zaak van de 320 miljoen voor Ibnu niet alleen Verolme maar ook de regering aanging. ‘Enkele van onze voornaamste staatslieden hebben zich ermee bemoeid.’ Hierop stelde ik: ‘Dan zijn zij povertjes ingelicht, want geen mens, die weet wie Ibnu Sutowo is, heeft zin om met die boef in zee te gaan.’ ‘Maar Ibnu Sutowo is een hooggeplaatste functionaris in Djakarta en een bijzonder integere figuur,’ hield Mollerus vol. ‘Hij is ons bij Verolme, door de hoogsten in den lande aanbevolen.’ Ik antwoordde: ‘Hij is een supergangster en you better get your facts straight.’ ‘Maar hij bezit een aanbeveling van generaal Suharto zelf,’ aldus Mollerus. ‘Geen wonder,’ zei ik, ‘want Suharto is door de ploerten uitgezocht om corruptie en schandalen in Indonesië te dekken. Trapt u daar nu werkelijk in?’ ‘Maar vorige week heeft Suharto nog een minister van Financiën ontslagen,’ hield Mollerus vol. Mollerus beklaagde zich bij Teunis en Aartsma (waar ik bij zat) over mijn niet logisch en veel te emotioneel denken. ‘Waarom hebt u zich altijd voor het verbeteren van de Indonesisch-Nederlandse betrekkingen ingespannen, en nu doet u dit!’ aldus de heer Mollerus. ‘Omdat het nauwelijks in de bedoeling van land en volk van Nederland kan liggen om zaakjes van 320 miljoen met beruchte corruptors in Indonesië te sluiten,’ antwoordde ik. De fotograaf Govaers van De Telegraaf verscheen plotsklaps tijdens onze bespreking in Bunnik, maar er kwam geen plaatje in de krant. Die zelfde middag arriveerde de assistent van ambassadeur Zairin Zain, Bob Tapiheru, uit Bern. Nadat ambassadeur Zain in Washington D.C. een hersenbloeding had gekregen was hij in Zwitserland benoemd, om op een minder drukke post in een gunstig klimaat te kunnen herstellen. Tapiheru: ‘De baas wil precies weten wat je nu weer aan het uitspoken bent,’ aldus Bob. Ik lichtte hem compleet in. Intussen wist Tapiheru te melden, dat men er in Bern achter was gekomen dat wijlen generaal Yani niet minder dan 200 miljoen roepia's op illegale wijze had verkregen bij een voorgenomen aankoop van Hispano Suiza-raketten in Zwitserland voor het Indonesische leger. |
|