Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDjakarta - oktober 1966 (9)De laatste paar dagen van mijn verblijf in Indonesië verzeilde ik in de eerste bekend geworden corruptieaffaire van het nieuwe generaalsregime. De zondag vóor mijn vertrek bezocht ik samen met kolonel Sriamin de graven van twee vrienden: Willem Latumeten, die als held van protestantse huize, naast generaal Pandjaitan ligt begraven, en van ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto, beiden op Kalibata, het nationale heldenkerkhof. Op de terugweg van de erebegraafplaats stelde Sriamin voor langs het huis van de heer en mevrouw Darmadji te rijden. Ik kende de Darmadji's vanuit New York. De heer Darmadji was een hooggeplaatste functionaris van het Indonesische deviezeninstituut. Toevallig kwam ter sprake | |
[pagina 345]
| |
dat zich op dat ogenblik de Nederlander Louis Worms in Indonesië bevond. Hij werd door de Indonesische autoriteiten in de gaten gehouden vanwege ongebruikelijke financiële transacties. Ook de inlichtingendienst hield Worms scherp in de gaten. ‘Wij houden zijn post in. Hij schijnt een deal te willen sluiten met generaal Ibnu Sutowo van de Pertamina.Ga naar eindnoot1. Wij vertrouwen het niet. Maar ik kan er weinig tegen doen. Ik wil mijn land dienen en wij trachten corruptie te bestrijden. Maar Ibnu Sutowo is machtig. Ik heb geen zin om een kogel in mijn kop te krijgen. Toch wil ik mijn plicht doen tegenover het land.’ Ik zegde toe met Worms te zullen gaan spreken. Het nos-team had mij reeds eerder attent gemaakt op de aanwezigheid van Worms bij het zwembad van hotel Indonesia. Men zei mij: ‘Dat is die makelaar in schroot, weet je wel?’ Ik had nooit van Worms of een schrootaffaire gehoord en wist absoluut niet wie hij was. Die zondagavond ging ik om 22.30 uur naar kamer 349 van hotel Indonesia en ontmoette Worms in kamerjas bij de deur. Hij lag al in bed, maar liet mij binnen. Hij noemde het uit de lucht gegrepen kwaadsprekerij, dat generaal Ibnu Sutowo corrupt zou zijn. Wat de vermeende onregelmatigheden met het schip Elisabeth Broere betrof, waren er misschien wel 8 ton tussen het schip en de wal gevallen, maar ambassadeur Sudjarwo in Den Haag en de consul-generaal in Amsterdam Natadiningrat wisten er ook van mee te praten. Daarop opende de heer Worms zijn diplomatenkoffertje. Hij zei dat hij voor een uitermate belangrijke zaak in Djakarta was maar dat hij niemand te spreken kon krijgen. ‘Krijgt u post?’ vroeg ik. ‘Nee, dat is juist erg vreemd.’ Daarop vertelde ik hem dat hij een goede kans liep gearresteerd te worden. Hij toonde daarop geagiteerd een door de heer Rijke van het Verolme-concern getekende brief aan generaal Ibnu Sutowo, waarbij een levering van tankers werd voorgesteld ter waarde van 320 miljoen gulden. De Nederlandse regering zou in principe met de zaak akkoord gaan. Den Haag zou de lening garanderen. Voor Den Haag dient men te lezen, de Nederlandse belastingbetaler. Hij zei ook andere belangrijke brieven van de regering bij zich te hebben. Ik nam onmiddellijk contact op zowel met kolonel Sutikno als de heer Darmadji. Deze laatste was thans bereid de heer Worms voor een persoonlijk gesprek te ontvangen, opdat hij uiteen zou kunnen zetten niet bij corruptie inzake de Elisabeth Broere betrokken te zijn geweest. Die avond keerde Worms in hotel Indonesia terug en hij zei in het bijzijn van mijn nos-team, Loet Hentze en Fred Romeijn: ‘Meneer Oltmans, ik ben u onvergetelijk dankbaar. Wat u hebt gedaan is een miljoen waard!’ Ik zei verheugd voor hem te zijn, maar dat ik het een dubieuze zaak bleef vinden, dat hij zaken wilde doen namens Verolme met de meest beruchte en corrupte generaal in Indonesië. Worms gaf mij een brief mee voor zijn echtgenote. Ik hoorde enige tijd niets van Worms, ondanks diens toezegging bij terugkeer in Nederland onmiddellijk contact op te zullen nemen. Ik informeerde mij verder over Ibnu Sutowo en begreep dat een dergelijk ‘contract’ van 320 miljoen, zelfs alleen op papier, waanzin zou zijn. Ik hield de kwestie in portefeuille, en ontdekte eind november bij terugkeer | |
[pagina 346]
| |
uit Amerika dat generaal Ibnu Sutowo in Nederland zou komen om formeel het contract met Verolme te tekenen. Gezien de nauwe banden van de koninklijke familie met het Verolme-concern zou de ondertekening zelfs in tegenwoordigheid van prins Bernhard plaatsvinden. Dit leek mij een krasse ontwikkeling. De meest efficiënte en beruchte corruptor van heel Zuidoost-Azië op Soestdijk? Op 10 december 1966 publiceerde ik een artikel van zeven pagina's, voorzien van door mij gemaakte foto's, in het nationaal christelijke weekblad De Spiegel: nog altijd bung karno. Hierin wijdde ik 32 regels aan de zaak Worms, Ibnu Sutowo, de Elisabeth Broere en de voorgenomen lening van 320 miljoen aan de meest beruchte Indonesische generaal. Worms had de lucht gekregen van deze publikatie en belde De Telegraaf met de mededeling dat in de Duitse Der Spiegel een funest artikel zou verschijnen, dat met man en macht de kop ingedrukt zou moeten worden. Als de lening van 320 miljoen aan de Indonesische oliegeneraal niet door zou gaan, dan zouden de werven van Verolme immers deze prachtige opdracht mislopen. Wat Oltmans beweerde waren ‘infame leugens’, aldus Worms op pagina 1 van De Telegraaf.Ga naar eindnoot2. |
|