Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 342]
| |
karno was op de hoogte. ‘Green is een fool,’ zei zij. Minister Diah kreeg opnieuw een schrobbering van de president. Hij reageerde op een bericht in het blad Merdeka, waarin werd aangedrongen op een doodvonnis tegen Subandrio. ‘Wat is toch de erecode van wartawans?’ vroeg de president. ‘Waarom schrijven jullie nu al dat Bandrio schuldig is, de uitspraak moet nog vallen? Hoe kan je schrijven dat Bandrio ter dood moet worden gebracht? Dan zijn de Hollanders nog beter geweest! Toen ik in de gevangenis zat in 1927 schreef de Preanger Bode: Sukarno moet aan de hoogste boom worden opgehangen! Maar toen kwam professor Schepper uit Nederland en zei: “Jullie houden je koest. Jullie zullen het vonnis moeten afwachten”.’ Minister Diah keek verlegen voor zich uit. Een andere opmerking deze ochtend betrof de banden van Indonesië met de Sowjet-Unie en de kritiek dat president Sukarno te anti-Amerikaans was. ‘Toen Khrushchev hier was, zei ik hem dat wij honderd miljoen dollars nodig hadden. Hij keek naar Gromyko. Die knikte. Oké. Het was in orde. Wij kregen ons geld en wat wij nodig hadden. Moet ik die man dan soms haten?’Ga naar eindnoot1. ‘U hebt niet genoeg gevraagd,’ merkte minister Diah en passant nog op. Diah vroeg mij bovendien of ik een exemplaar van Wat zien ik? van Albert Mol wilde opzenden, want Van Konijnenburg had dit boekje aan Bung Karno gegeven en het lag nu naast het bed van de president. Diah wilde het ook hebben. Tijdens dit laatste ontbijt gaf de president mij een pil. ‘Eet, Wim!’ Ik antwoordde: ‘Bapak, ik mankeer niets. Geen hoofdpijn, geen constipatie. Niets.’ ‘Eet die pil,’ herhaalde hij toen op bevelende toon. Ik aarzelde, nam de pil, hield die in de hoogte en zei: ‘Oké, voor koningin en vaderland eet ik uw pil.’ Hij lachte. 's Middags was ik een opname aan het maken met Mohammed Said Reksohadiprodjo. Plotseling werd ik koortsig, en ziek. Deze aanval overviel mij zo acuut, dat ik meteen naar bed moest. Ik riep de hulp in van dr. Suwandi Mangkudipuro. Hij kwam ogenblikkelijk naar hotel Indonesia. Toen ik hem van de pil van Sukarno vertelde begon hij te lachen. ‘Dat was een hormonenpil. Ik zal je een injectie geven.’ Ik bleef de avond en nacht ziek maar de volgende ochtend was mijn temperatuur weer normaal. Ook die ochtend wandelden wij weer naar de tandarts. Wij spraken over de biografie van Cindy Adams. ‘Ik vind het geen goed boek,’ zei ik. ‘Maar het wordt in Amerika goed verkocht wordt mij gezegd,’ aldus Sukarno. ‘Dat vink ik juist zo jammer,’ zei ik, ‘want u bent het niet. U bent het ten dele, maar mevrouw Adams had natuurlijk nooit uw memoires moeten optekenen. Niet alleen is zij geen schrijfster, maar zij had duidelijk niet de ervaring om een dergelijk boek over u te schrijven. Ambassadeur Zain had gelijk toen hij u dit afraadde.’ Joey Adams was leider van een Amerikaanse vaudeville-groep welke in 1961 onder een Amerikaans uitwisselingsprogramma met steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington een aantal landen in Azië afreisde en ook in Bogor voor president Sukarno optrad. Zodoende raakte Joey's vrouw Cindy in contact met de Indonesische president.Ga naar eindnoot2. | |
[pagina 343]
| |
Typerend voor deze Amerikaanse opportuniste, zou zij een jaar later, in 1967, My Friend the Dictator publiceren. Toen was zij plotseling Bung Karno's vriendschap en gastvrijheid vergeten. Hij had zijn politieke macht verloren. Haar tweede boek over Sukarno bevestigde precies de voorgevoelens die hij altijd tegenover westerlingen en Amerikanen in het bijzonder, had gekoesterd. Onder druk van ambassadeur Jones en sommige slijmjurken uit Sukarno's omgeving had hij zich tenslotte laten overhalen in een autobiografie toe te stemmen. Roeslan Abdulgani had er veel meer uit willen schrappen. Sukarno was altijd te open en te eerlijk. ‘O Amerika, wat is er toch met u aan de hand? Waarom bent u niet mijn vriend geworden?’ schreef hij in het boek van Cindy Adams (pagina 300). In haar tweede Sukarno-boek gooide mevrouw Adams alle remmen los en gaf een typisch Amerikaanse interpretatie van een oosterling, van wie deze dame uit de vaudevillegroep van Joey Adams, geen zier had begrepen. Zijn Amerikaanse ‘vriendin’ ontpopte zich in haar ware gedaante. |
|