Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDjakarta - oktober 1966 (4)Ik bezocht vele oude vrienden. Samen met Loet Hentze van het nos team ging ik in een betja (fiets-taxi) op zoek naar Pak Hussein, mijn vroegere chauffeur van de Nederlandse Handel Maatschappij. Hij bleek niet lang tevoren te zijn overleden. Verder zag ik natuurlijk Pak Roeslan Abdul- | |
[pagina 328]
| |
gani terug en een eenzame Pak Ali Sastroamidjojo. Ook ontmoette ik kolonel Sriamin: ‘Sukarno is nu voor ons een grootvader. Zijn ideeën en die van zijn kinderen kloppen niet meer.’ Sriamin vertelde waarom generaal ParmanGa naar eindnoot1. bij de coup was omgekomen. Zijn broer, Sakirman, maakte deel uit van de pki. Sakirman wilde in de nacht van de ontvoering van de generaals, Parman waarschuwen. Hij schreef een brief en vroeg zijn zoon die aan generaal Parman te brengen. De jongen had echter meer zin in een film die avond en ging naar de bioscoop. Toen hij de volgende ochtend de brief wilde afgeven was Pak Parman reeds ontvoerd en vermoord. ‘Het is duidelijk dat de pki van de staatsgreep tegen de generaals op de hoogte was,’ aldus kolonel Sriamin. Sriamin erkende ook, dat al was Sakirman van een komende actie tegen coupgeneraals op de hoogte, dit allerminst betekende dat de pki een staatsgreep tegen de staat of Sukarno had ondernomen. Ook hoorde ik, dat de Nederlandse ambassade in Djakarta, tijdens de studentenonlusten, een cheque van 250 000 gulden zou hebben omgezet in roepia's, waarbij geruchten gingen dat Nederland een gift aan de rebellerende studenten zou hebben gedaan. De Indonesiërs in het Sukarnokamp geloofden het verhaal. Ook op het paleis scheen men deze affaire voor waar te houden. Bung Karno heeft er zelfs met madame Dewi over gesproken. |
|